Het was de dag dat ik moest beslissen. Zou ik directeur worden of niet. Ik liep al dagen te twijfelen. Een gesprek met Frank Van Massenhove gaf toen de doorslag. Hij zei me de zin die hierboven als titel staat. En terwijl ik wel al in teams de leiding heb genomen, had hij – voor mij – gelijk.
Waarom begin ik hierover? Wel, in Nederland heeft men eindelijk een nieuwe regering en de minister van onderwijs is een grote naam: Robbert Dijkgraaf. Hoogleraar in Amsterdam, directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton, columnist, graaggeziene gast op televisie,…
Maar politiek en wetenschap verschillen behoorlijk. Ik was blij dat ik mocht adviseren en niet de knoop moest doorhakken. In beide werelden worden er spelletjes gespeeld, wordt er samengewerkt, wordt er tegengewerkt. Maar het schaakbord bij politiek is toch nog wel wat anders.
Als je zijn loopbaan bekijkt, dan is de kans reëel dat hij zowel leiding kan geven als dat hij expert kan zijn. Tegelijk heb ik de voorbije dagen zoveel hoop gezien op Nederlandse tijdlijnen en zoveel gezonde jaloezie op de Vlaamse tegenhangers, dat je een superman nodig hebt om die hoop waar te maken. Misschien is de goede man wel echt zo een superman, maar neem het hem niet kwalijk als hij dat niet blijkt te zijn.
Geen verstand van zaken hebben, maar wel goed zijn in politieke spelletjes garandeert toch evenmin iets aan zinnig beleid. Ik vind het wel fijn zo’n kopstuk als minister waar ik van onder de indruk ben. Waarvan ik kan hopen dat hij wel iets kan betekenen voor de wetenschap en hoger onderwijs
Heb je zeker ook een punt!
we zullen het zien maar de verwachtingen zijn veelal inderdaad erg, al te erg de hoogte in gerezen. We hadden Plasterk als vergelijkbaar voorbeeld. Geen slechte maar ook geen opvallend goede minister. Wel nu een sterk columnist.