Studenten hebben vaak moeite met meerkeuzevragen. Niet bij de vragen waar ze zeker van zijn. Maar wat doe je bij die vragen waar je niet 100% zeker bent. Volg je dan je eerste gok, of verander je beter naar je tweede gedachte? Op de blog van de Learning Scientists bekijkt Carolina Kuepper-Tetzel wat de wetenschap kan antwoorden op deze vraag. Ik wil haar werk niet zomaar overschrijven, dus check de post om de achtergrond te begrijpen bij deze praktische tips:
Wat doe je best?
- Na het beantwoorden van elke meerkeuzevraag; bedenk of je het antwoord wist of dat je het antwoord hebt geraden.
- Als je denkt dat je het antwoord geraden hebt en dus minder zeker bent van je antwoord, markeer of tag die vraag dan om er later op terug te komen.
- Ga, voordat je de test indient, terug naar alle getagde vragen en pas ze aan. Voor die antwoorden is de kans groter dat een aanpassing tot een goed antwoord leidt dan tot een fout antwoord.
Het laatste is omdat uit onderzoek bleek dat als studenten in die situaties hun antwoorden aanpasten, het vaker van ‘fout naar correct’ ging dan van ‘correct naar fout’ of ‘fout naar fout’.
X, Y of Einstein? 