Nieuw onderzoek neemt werken in niveaugroepen onder de loupe: homogene of gemengde klassen?

De vraag hoe leerlingen in scholen het beste gegroepeerd kunnen worden, is al jaren onderwerp van debat in binnen- en buitenland. Moeten we leerlingen groeperen op basis van hun prestaties of kiezen we voor gemengde klassen? Dit onderzoek van John Jerrim en collega’s op basis van gegevens uit de 2015 TIMSS-studie, probeert nieuwe inzichten te brengen in deze discussie. Let wel, TIMSS-data laat nooit echt causale verbanden toe.

Het onderzoek richtte zich op het effect van prestatiegebaseerde klassenindelingen – vaak aangeduid als “ability grouping” – op de leerprestaties, het zelfvertrouwen en het plezier van leerlingen in de vakken wiskunde en natuurwetenschappen omdat deze in TIMSS gemeten worden. De verrassende conclusie? Het maakt gemiddeld gezien weinig uit of leerlingen in homogene of gemengde klassen zitten.

Wat opvalt, is dat de onderzoekers in deze data ook geen evidentie vinden dat prestatiegebaseerde groepering nadelig is voor leerlingen uit sociaal-economisch achtergestelde milieus. Hoewel er kleine nuances zichtbaar zijn, bijvoorbeeld een lichte negatieve impact op het zelfvertrouwen van jongere leerlingen in sommige vakken, blijven de verschillen over het algemeen verwaarloosbaar.

Interessant genoeg voelen leerkrachten in het basisonderwijs zich beter uitgerust om zowel de sterkere als de zwakkere leerlingen te ondersteunen in meer homogene klassen. Dit komt mogelijk doordat ze hun lesmateriaal specifieker kunnen afstemmen op het niveau van de klas. Echter, ook hier is het belangrijk om te benadrukken dat dit voordeel dus ook niet doorslaggevend is voor de algemene leerresultaten.

Wat betekent dit nu voor beleidsmakers en scholen? Het onderzoek laat zien dat beide benaderingen – gemengde klassen en ability grouping – kunnen werken, mits goed uitgevoerd. Het succes van een methode hangt vooral af van transparante en eerlijke groepering en een zorgvuldige uitvoering door de school. Denk hierbij aan regelmatige herbeoordelingen, iets wat ook terugkomt in de toolkit van Leerpunt trouwens, zodat leerlingen kunnen doorgroeien naar een andere groep, en het waarborgen van kwalitatief goed onderwijs voor alle groepen.

Abstract van het onderzoek:

Grouping students into different classes based upon their academic achievement or ability is a relatively common practice across the world, particularly in English-speaking countries. Yet some argue that teaching students in mixed-ability classes is a better approach, with important benefits for those from disadvantaged socio-economic backgrounds. Unfortunately, existing evidence comparing outcomes across these approaches is scant. This paper hence provides new international evidence on this matter, drawing upon data from the 2015 Trends in Mathematics and Science Study study. Our results point towards null effects; neither approach leads to demonstrably better outcomes for students than the other. This also holds true for young people from disadvantaged socio-economic backgrounds, suggesting that between-class ability grouping does not harm the educational prospects of these children. Some limited evidence does emerge, however, that primary school teachers believe they are better able to support struggling students—and challenge the highest achievers—when ability grouping is used.

3 gedachten over “Nieuw onderzoek neemt werken in niveaugroepen onder de loupe: homogene of gemengde klassen?

  1. Pingback: Extra onderzoek over het effect van werken met niveaugroepen, nu in secundair onderwijs | X, Y of Einstein?

  2. Pingback: “Kiezen voor homogene of gemengde klassen maakt in de praktijk weinig uit” – KomenskyPost

  3. Pingback: Dit was het onderwijsnieuws… Rinke en ik kijken terug op januari 2025 met oa twee maal Londen, opschalen, niveaugroepen en leidraden | X, Y of Einstein?

Geef een reactie