Het belang van optimisme en het gevaar van paniek, een preek over opvoeding

De voorbije weken gaf ik verschillende lezingen en soms vrees ik dat ik begin te preken. Het is namelijk zo dat als we het over jongeren hebben, we zo vaak al te graag de nadruk leggen op de ‘vele’ gevaren die er  om de hoek of op het net kunnen loeren.

Door de nadruk op de gevaren te leggen, zien we de kansen niet, of erger ontnemen we onze kinderen vaak onnodig ontplooiingskansen.

We zagen de paniekreacties op de Bangalijsten, en lees nu zeker dit stuk van Linda Duits over FOMO, fear of missing out ofwel de sociale media stress (gepast afgekort tot SMS). Paniek en angst is zelden of nooit een goede raadgever. Het is beter stil te staan en de correcte breedte in te schatten. Je zou het de media kunnen verwijten, maar die krijgen al zo veel kritiek de laatste dagen. Het is belangrijker te beseffen dat we als volwassenen vooral het slechte wel lijken te willen horen zodat onze opvoedingsonzekerheid nog wat gevoed wordt. Sex sells, panic sells.

Moeten we dan naïef zijn? Nee, maar gevaren onderkennen is iets anders dan de nadruk leggen op alles wat verkeerd kan gaan. Soms is perspectief wel eens nodig. Jongeren drinken bijvoorbeeld minder dan veertigers, op enkele uitzonderingen na die wel degelijk aan comazuipen doen. Moeten we dan niet stilstaan bij verkeersveiligheid bij jongeren? Natuurlijk wel, maar we moeten dan ook zien hoe veel jongeren vooral dingen samen willen doen terwijl wij maar denken dat ze aan het vereenzamen zijn.

Vandaag postte ik op deze blog de Bergen Facebook Addiction Scale. Gepubliceerd, zeker geen Flair-test, en valabel, waarschijnlijk noodzakelijk. Maar maak er aub niet van dat nu iedereen verslaafd is aan Facebook.

Helpen we jongeren door ze constant te willen beschermen? Ze bewegen er alvast minder door. Ik sta meer dan ooit achter de boodschap van Bert en mij in ons boek: we hebben rust en (geen blind maar open ogen) vertrouwen nodig als ouders en volwassenen als we willen dat onze kinderen optimistisch blijven.

Zover mijn preek 🙂

Pedro

Nieuwe recensie van ‘De Jeugd Is Tegenwoordig’

Kreeg deze recensie doorgestuurd van Willem Poppe over ons boek:

“De jeugd van tegenwoordig” is een uitspraak die al decennia lang gebruikt wordt. Als de jeugd weer eens (negatief) in het nieuws is, wordt vaak hoofdschuddend gesteld dat het tegenwoordig niet veel meer gedaan is met de jeugd. In het boek ‘De jeugd is tegenwoordig’ geven de jongerenexperts Pedor De Bruyckere en Bert Smits een toegankelijke en spitse uiteenzetting van de nieuwe jeugdcultuur. Zij laten op een relativerende wijze zien dat de jeugd tegenwoordig sociaal, eenzaam, lui, cool, braaf, slim en rebels is. Maar ook wat de oorzaken hiervan zijn en hoe opvoeders hiermee om kunnen gaan.

In mijn werk als managementadviseur in het onderwijs, maar ook in mijn werk als vrijwilliger, kom ik veel in aanraking met de jeugd van tegenwoordig. Maar ook met hen die met de jeugd omgaan. Te vaak zie ik gebeuren dat er oplossingen die een generatie terug hielpen, aangeboden worden voor problemen die de jeugd nu ervaart. Iedereen die dit boek – waarin vele onderzoeken worden besproken die onder de jeugd zijn uitgevoerd – leest zal begrijpen dat dit in heel veel gevallen niet meer kan.

Als docenten mopperen dat de ‘jeugd van tegenwoordig’ achter een laptop zit weggedoken tijdens de colleges, kunnen zij lezen in dit boek dat dit logisch is voor digital natives. Zij groeien immers op in een digitale wereld en hebben nooit anders meegemaakt dan omringd te zijn door technologie. Als docenten en/of schoolleiders gaan nadenken of een laptop voortaan verboden moet worden tijdens de colleges geeft dit boek aanwijzingen om te ontdekken bij de jeugd of ICT-vaardigheid hetzelfde is als mediawijsheid. Om bronnen kritisch tegen elkaar af te wegen, heb je als gebruiker kennis nodig. Is het hedendaagse onderwijs zo ingericht dat de jeugd van tegenwoordig dit voldoende leert?

De jeugd stelt heel veel de waarom-vraag. Dat was vroeger zo, dat is alleen maar toegenomen. Waarom? Omdat er zoveel prikkels op de jeugd afkomen, dat ze verplicht worden te selecteren. Wie maakt hen er op attent wat wel of geen prioriteit vraagt? Als volwassenen dit niet doen of zelfs niet kunnen, moet de jeugd het zelf uitzoeken.

Op het gebied van geloof en zingeving speelt ook iets interessants. De jeugd heeft ook hier heel veel waarom-vragen. Uit een onderzoek bleek dat de jeugd beperkte kennis heeft over deze zaken, maar ook dat ze met existentiële vragen rondlopen. Volwassenen kunnen geen pasklare antwoorden geven omdat zij zelf ook met veel vragen rondlopen. Wie geeft de jeugd dan wel antwoord op hun vragen?

Dit zien we in de politiek ook gebeuren. Het is nodig om het maatschappelijke debat in de media terug naar de inhoud te brengen. De jeugd haakt nu af omdat de politiek in de ogen van de jeugd bestaat uit verouderde, trage, starre en ondoorzichtige besluitvormingsprocessen. Jongeren groeien op in een wereld waarin vrijwel alle dominante instituten en structuren (de overheid, het rechtssysteem, de economie, het onderwijs, de kerk) evenals de wijze waarop ze georganiseerd zijn, niet meer functioneren. De generatie die vandaag opstaat, wordt verplicht tot een fundamenteel andere manier van samenleven. Tijdens de Occupy-bijeenkomsten zagen we hier iets van terug.

De gevestigde orde kan heel veel leren van hoe de jeugd communiceert. De jeugd heeft namelijk een extra lichaamsdeel: hun gsm. Een groeiend aantal jongeren heeft een smartphone waarmee ze via Facebook, Twitter en Google+ digitaal in contact staan met hun netwerk. Waar de digitale netwerken eerst anoniem via nicknames functioneerden, is nu vaak hun hele sociale leven op internet te volgen.

Waarom doet de jeugd dit? Om er bij te horen? Deels. Het andere deel ligt bij de ouders c.q. opvoeders. Die hebben bijna geen tijd over om met hun kinderen te praten en interessante dingen te doen omdat ze zelf nog bouwen aan instandhouding van de eerder genoemde instituten en aan een flitsende carrière.

Het boek besluit daarom met de oproep aan de opvoeders om ‘prikkelarme’ momenten in te bouwen. Momenten waarin rust, gezamenlijkheid en optimisme een plaats krijgen. De jeugd is optimistisch, dat moeten we onszelf als opvoeders realiseren. Sterker nog: hun optimisme houdt onze motor draaiende. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Maar de toekomst zijn wij allemaal. Dit leerzame boek geeft nog veel meer richtingwijzers dan hierboven beschreven om hier samen vorm aan te geven.