Voor wie het overzicht van het onderwijsnieuws wat kwijt is…

Het is bijna paasvakantie, maar voelt half als de begin september aan qua onderwijsnieuws. De voorbije dagen moest ik zelf af en toe naar adem happen om alles bij te houden. Daarom een overzicht van de volgens mij belangrijkste nieuwsfeiten.

 

Zover het plaatselijke onderwijsnieuws, maar wil ook nog iets internationaals met jullie delen. Gisteren werd er namelijk ook een gratis E-book gepubliceerd over de wetenschap achter leren met echt topnamen die een huidige stand van zaken meegeven. We weten weer wat gedaan…

Mijn eerste indrukken bij Visible Learning, The Sequel

Gisteren postte ik in een reeks van tweets een eerste beknopte bespreking van het nieuwe boek van John Hattie. Op vraag van enkele mensen, schrijf ik het hier ook neer als een post.

Eindelijk heb ik de nieuwe versie van Visible Learning een eerste keer kunnen doornemen en:

  • Terug een zeer groot werk, maar
  • ik blijf toch wel wat op mijn honger zitten, en
  • ik zie een groot gevaar terugkeren en een nieuw gevaar ontstaan.

Eerst het goede:

  • Hattie gaat in op de verschillende commentaren en kritieken op zijn werk en op meta-analyses als methode en bron in het algemeen.
  • Hij tracht er een meer coherent werk van te maken, eerder dan een opsomming van inzichten uit meta-analyses.

Maar dan het mindere:

  • het werk is nog uitgebreider en tegelijk vaak oppervlakkiger dan het oorspronkelijke werk uit 2008. Er is duiding, maar vaak korter.
  • Het element van tijd en lokatie waarin een onderzoek gebeurde wordt vermeld.

Dit laatste brengt tegelijk het 1ste gevaar dat ik zie: wie gaat bijvoorbeeld lezen dat het schijnbaar zeer effectieve constructive teaching slechts op 3 Turkse meta-analyses gebaseerd is. Deze meta-analyses gebruiken dan ook nog een extreme brede definitie van het concept en zijn vooral op Turkse studies gebaseerd. Dit voorbeeld kreeg ik eerder deze week al door Tim Surma doorgespeeld en is een mijns inziens terecht voorbeeld.

Of wat te denken over het relatief lage effect van co-of team-teaching dat Hattie meldt, maar waarbij je ook moet lezen dat er nauwelijks kwaliteitsvolle studies zijn (iets wat we ook al vonden bij het schrijven van het tweede mytheboek). En nog belangrijker: de redenen voor co-teaching of team-teaching en de vormen van dergelijk onderwijs kunnen nogal verschillend zijn, waardoor algemene uitspraken doen, nogal pittig wordt.

Ik vond veel dergelijke voorbeelden bij het lezen. Zo kom je als je enkel naar de grafieken nieuwe stijl kijkt, terug van een kale en slechte geïnformeerde reis. Soms is wat er gemeld wordt door Hattie een voorbeeld van een (grote of beperkte) correlatie, soms is het een effectieve aanpak. Maar een .50 bij een lemma komt zo niet noodzakelijk overeen met de .50 van een ander lemma. 

In zijn plaats was ik kritischer geweest en had ik bepaalde lemma’s niet opgenomen omdat de kennisbasis of verouderd lijkt, of beperkt is of onduidelijke definities gebruikt (iets waar hij regelmatig op terug komt).
Het nieuwe gevaar is dat Hattie net omdat hij het verhaal meer coherent probeert te maken en het boek ook wel persoonlijker werd qua stijl, het boek ook meer een promoten van een eigen model wordt. Zoals elk model nooit zaligmakend kan zijn, kan het door de hoeveelheid meta-analyses wel zo overkomen.
Het is nog steeds een goed “telefoonboek”, waarvan er wellicht volgens Hattie tegelijk geen updates meer zullen komen komen. De enorme toename aan meta-analyses maakt dit wellicht onmogelijk. Hattie vermoedt een meer wiki-achtige benadering in de toekomst, wellicht door anderen.

Een slimme, subtiele toevoeging tot het bekende geheugenmodel

Via deze gastblog bij de Learning Scientists vond ik een subtiele maar slimme toevoeging op het geheugenmodel dat onder andere Daniel Willingham in vereenvoudigde vorm bekend maakte. Dit is de versie van Daniel Willingham:

Dit is natuurlijk een pak ouder, en gaat terug op onder andere het model van Atkinson & Shiffrin uit 1968:

Dit is de nieuwe versie die ik vond bij The Learning Scientists, gemaakt door Rob McEntarffer, Bethany Brunsman en Sarah Salem.

Wat ik er goed aan vind, zijn de pijlen onder de drie geheugens die meer concreet beschrijven wat er gebeurt met de informatie als het mis gaat. Iets dat niet gaat van je sensorisch geheugen naar je werkgeheugen is weg, iets dat niet geëncodeerd wordt in je werkgeheugen zal niet terechtkomen in je langetermijngeheugen. Ten slotte kan het fout gaan als informatie niet of niet correct uit je langetermijngeheugen gehaald wordt.

*Update*: een zeer terecht opmerking van vriend en co-auteur Casper Hulshof:

Ik heb wel ook nog wel wat bedenkingen bij het model, bijvoorbeeld bij die 7 chunks in het werkgeheugen die ze beschrijven. Dit is echt wel te optimistisch te noemen.

Mediawijs moet nu ook ‘algoritme-wijs’ zijn (Linda Duits)

Deze blogpost verscheen eerst op dieponderzoek.nl.

De Albert Heijn op het Amsterdamse Leidseplein wordt tijdens schoolpauzes overstroomd door leerlingen van het nabij gelegen Barlaeus Gymnasium. Het personeel is dan altijd extra alert. Vorige week zag ik een medewerker boos uithalen naar een scholier: “dat is niet jouw bonuskaart, dat is fraude”. Nu weet ik natuurlijk niet waarom de scholier andermans bonuskaart gebruikte, maar het is een daad die we juist zouden moeten aanmoedigen: zo zorgt hij ervoor dat Albert Heijn zijn gedrag niet kan tracken. Hij ontsnapt aan datasurveillance.

Van zelf gebruiken naar gebruikt worden 
De digitale wereld verandert voortdurend en dat vraagt om steeds andere vaardigheden. Op het Parenting for a Digital Future blog van de London School of Economics and Political Science verscheen een blogpost over digitale geletterdheid in de tijd van algoritmen en AI. Onderwijssocioloog Neil Selwyn stelt dat digitale vaardigheden vroeger steeds gingen over hoe mensen betere gebruikers van technologie konden worden:

“During the 1980s this took the form of ‘computer literacy’ and ‘computer skills’ such as learning basic programming commands and how to format floppy disks. In the 1990s, attention turned to ‘internet literacy’ and ‘web skills’ such as navigating hypertext and building web-pages. The 2000s and 2010s then saw the rise of ‘cyber safety’ and ‘21st century skills’ such as online communication, creativity and collaboration. Most recently, we have seen calls for ‘media & information literacy’ skills relating to dealing with viral content, misinformation and fake news.”

Maar de nieuwste technologieën worden niet zozeer door ons gebruikt, zij worden op ons gebruikt. Systemen en software houden ons alledaagse gedrag bij, ze monitoren ons, verzamelen onze data en gebruiken die data om beslissingen te nemen. Algoritmen dicteren nu al het leven van jonge mensen, schrijft Selwyn. Ze bepalen welke advertenties peuters te zien krijgen op YouTube en wie aangenomen wordt op een universiteit.

Algoritme-wijs
Deze ontwikkelingen maken dat mediawijsheid nu ook moet gaan over algoritme-wijsheid. Dat is niet alleen noodzakelijk voor de positie van jongeren later op de arbeidsmarkt, maar ook voor hun burgerschap. Burgers moeten weten hoe overheden geautomatiseerde beslissingen maken (zie de Toeslagenaffaire in Nederland). Het opnemen van algoritme-wijsheid in het curriculum is belangrijk om te voorkomen dat er een kloof ontstond tussen jongeren die dit wel begrijpen en de kwetsbare jongeren die dit niet doen.

Algoritme-geletterdheid zou bijvoorbeeld kunnen inhouden:

  • recognising when data-driven automated systems are being used;

  • having a basic understanding of how these data-driven automated systems work – what Tania Bucher describes as an ‘algorithmic imaginary’;

  • knowing how to work with algorithmic systems – for example, writing with a natural language processing tool so that it helps (rather than hinders) your creativity;

  • knowing how to work around algorithmic systems – for example, using obfuscation tactics to avoid dataveillance;

  • recognising when human input and outsight is required – for example, knowing when to override an automated decision, or push back against algorithmic bias and automated discrimination.

‘Oude’ digitale vaardigheden zoals programmeren of verstandig wachtwoorden kiezen zijn veel makkelijker te doceren dan algoritme-geletterdheid. Zelfs informatici weten immers niet goed hoe bepaalde systemen werken. Opvoeders als leraren en ouders zullen dus samen met kinderen en jongeren moeten leren over deze wereld.

Toepassingen
Er zijn al voorbeelden van programma’s, Selwyn noemt het project ‘The Algorithmic You’ van de University of Toronto project en een Search Reflection Assignment waarin studenten reflecteren op hoe zoekmachines hun onderzoek beïnvloeden. Het is daarbij belangrijk om te bekijken hoe wijs jongeren al zijn op dit vlak, zie de protesten van studenten tegen algoritmische ongelijkheid in tentamenbecijfering.

Beeld gegenereerd met Dall-E 2. 

Mooie nieuwe onderwijspodcast over hoe mensen onderwijs hebben ervaren: Bank Vooruit

Vandaag verscheen de eerste Bank Vooruit-podcast:

De eerste gast in Bank Vooruit is Dempsey Hendrickx. Hoe gingen de schooljaren van deze held? Dempsey vertelt over mijnheer De Wilde, over hoe je zakdoek nu juist moet uitspreken en welke vakken hij zou geven, moest hij leerkracht geworden zijn.

Het belang van slapen bij tieners voor leren, welzijn en meer in 2 infografieken en een rapport

De voorbije dagen deelde Danique Heemskerk op Linkedin deze factsheets over slaap en tieners, in het kader van de sleep awareness week. De infografieken zijn gebaseerd op dit onderzoeksrapport.

Lees verder