Voor wie het overzicht van het onderwijsnieuws wat kwijt is…

Het is bijna paasvakantie, maar voelt half als de begin september aan qua onderwijsnieuws. De voorbije dagen moest ik zelf af en toe naar adem happen om alles bij te houden. Daarom een overzicht van de volgens mij belangrijkste nieuwsfeiten.

 

Zover het plaatselijke onderwijsnieuws, maar wil ook nog iets internationaals met jullie delen. Gisteren werd er namelijk ook een gratis E-book gepubliceerd over de wetenschap achter leren met echt topnamen die een huidige stand van zaken meegeven. We weten weer wat gedaan…

Kijktips: kunst is leuk en zoveel meer

Kleutergewijs

Kunst doet wat met onze hersenen. Ik deel graag twee videofragmenten waarin Mark Mieras, wetenschapsjournalist & natuurkundige, gespecialiseerd in hersenontwikkeling, ingaat op vragen als “Kunst is leuk, maar worden kinderen er ook wijzer van?” Je krijgt inzicht in wat kunst allemaal kan uitlokken o.a. gericht waarnemen, durven experimenteren, creatief denken en flexibel in het leven staan. Bij kunst gaan plezier en ontwikkeling hand in hand. Daar durven we fouten maken, openstaan voor het onbekende en ons begeven in experimenteermodus. De videofragmenten zetten aan tot nadenken over het waarom van muzische vorming. Enkele vragen om te reflecteren over het muzisch aanbod:

  • Stel je hoge eisen aan muzische vorming?
  • Stimuleer je het experimenteren gericht?
  • Stimuleer je de kinderen tot flexibel denken?
  • Hoe kijk je zelf naar muzische vorming en de waarde ervan?
  • Kijk je gericht naar het leren van kinderen bij het muzisch aanbod?

De videofragmenten doen nadenken over het opzetten en…

View original post 381 woorden meer

Schermtijd bij jonge kinderen (Remco Pijpers)

Remco Pijpers schreef deze post eerst op Linkedin, hier overgenomen met toestemming.

De schermtijd bij jonge kinderen is toegenomen, zo blijkt uit onderzoek. Gemiddeld besteden jonge kinderen tot en met 6 jaar 100 minuten per dag aan digitale media. Ouders krijgen het advies hun kinderen meer te laten bewegen. Hoe zit dat op school? Was is wijsheid als het gaat om schermgebruik in de klas?

Het volledige antwoord heb ik niet, zeg ik maar meteen.

“Overmatig gebruik van digitale media en te weinig beweging op jonge leeftijd kan slaap en taalontwikkeling negatief beïnvloeden en overgewicht en bijziendheid in de hand werken”, aldus Peter Nikken van Windesheim naar aanleiding van het Iene Miene Media-onderzoek. https://lnkd.in/es792kPv

Gebrek aan beweging en het risico op bijziendheid blijft een risico, ook in de bovenbouw van de basisschool. Niet voor niets noemt Niels Kerssens het Nederlandse klaslokaal ‘de CloudKlas’: https://lnkd.in/e-_mFnvJ

* Er wordt meer gewerkt met adaptieve leermiddelen, zoals Gynzy, Bingel en Snappet. Ook reguliere methodes nemen meer en meer digitale, adaptieve onderdelen op. Ik sprak een schoolleider, die paal en perk wilde stellen – de kinderen oefenen ’s ochtends soms meer dan drie uur digitaal
* Daar komen ook de educatieve tools van de techbedrijven bij
* Het scherm is er ook voor vermaak: in de kleine pauzes krijgen leerlingen dikwijls op het digibord een filmpje te zien, broodtrommel op schoot.

We leven ín de media, stelt Mark Deuze – digitale technologie is een onlosmakelijk onderdeel van onze cultuur. Digitale media bieden volop mogelijkheden. Dat neemt niet weg dat de school zorg te dragen heeft voor de ruimte buiten de schermen om. Ruimte om buiten te spelen, om te bewegen, en samen te zijn in de groep zonder dat er technologie aan te pas komt, ruimte voor een-op-eencontact met de leerkracht.

Bij tech in de klas hoort een doordacht ict- en leermiddelenbeleid. Maar tech betekent uiteraard ook wat voor de pedagogische opdracht.

Tips, voor de vuist weg:

1. De 20-20-2-regel
Oogarts Caroline Klaver roept basisscholen op zich te houden aan de 20-20-2-regel. Dat houdt in dat na twintig minuten naar een scherm kijken, twintig seconden in de verte gekeken moet worden. Ook moeten de kinderen twee uur per dag naar buiten. https://lnkd.in/eJ9Wg_zV

2. Zithouding
Zorg verder dat kinderen goed zitten, als ze werken op de computer.

3. Pedagogisch verantwoord aanbod
Wat versta je onder online kwaliteit? Wat is geschikt om te zien, wat niet? Filter je, ja of nee? Zo is het Jeugdjournaal niet voor kinderen jonger dan negen jaar.

4. Bewust schermgebruik
Minimaliseer digitale afleiding als er opdrachten moeten worden gedaan. Minecraft en Roblox zijn zo gevonden..

Voeg jouw tips gerust toe aan de comments op LinkedIn.

Verder lezen:
– Het onderzoek: https://lnkd.in/eWJ2mbr6
– Beweegadvies voor kleintjes: https://lnkd.in/edZXh7Re
– Digitale fitheid bij volwassenen: https://lnkd.in/eqUHb_pn

Slaap meten? Dat kunnen apps helemaal niet (Universiteit van Nederland)

Veel mensen houden bij hoe ‘goed’ ze slapen met hun telefoon of smartwatch. Maar gadgets die je beloven talloze inzichten over je nachtrust te geven, kunnen helemaal niet je slaap meten. Volgens slaaponderzoeker Sebastiaan Overeem (TU Eindhoven & Slaapcentrum Kempenhaeghe) moet je de grafieken die ze produceren dan ook met een flinke korrel zout nemen. In deze video laat hij zien hoe je wel goed slaap kan meten

Mijn eerste indrukken bij Visible Learning, The Sequel

Gisteren postte ik in een reeks van tweets een eerste beknopte bespreking van het nieuwe boek van John Hattie. Op vraag van enkele mensen, schrijf ik het hier ook neer als een post.

Eindelijk heb ik de nieuwe versie van Visible Learning een eerste keer kunnen doornemen en:

  • Terug een zeer groot werk, maar
  • ik blijf toch wel wat op mijn honger zitten, en
  • ik zie een groot gevaar terugkeren en een nieuw gevaar ontstaan.

Eerst het goede:

  • Hattie gaat in op de verschillende commentaren en kritieken op zijn werk en op meta-analyses als methode en bron in het algemeen.
  • Hij tracht er een meer coherent werk van te maken, eerder dan een opsomming van inzichten uit meta-analyses.

Maar dan het mindere:

  • het werk is nog uitgebreider en tegelijk vaak oppervlakkiger dan het oorspronkelijke werk uit 2008. Er is duiding, maar vaak korter.
  • Het element van tijd en lokatie waarin een onderzoek gebeurde wordt vermeld.

Dit laatste brengt tegelijk het 1ste gevaar dat ik zie: wie gaat bijvoorbeeld lezen dat het schijnbaar zeer effectieve constructive teaching slechts op 3 Turkse meta-analyses gebaseerd is. Deze meta-analyses gebruiken dan ook nog een extreme brede definitie van het concept en zijn vooral op Turkse studies gebaseerd. Dit voorbeeld kreeg ik eerder deze week al door Tim Surma doorgespeeld en is een mijns inziens terecht voorbeeld.

Of wat te denken over het relatief lage effect van co-of team-teaching dat Hattie meldt, maar waarbij je ook moet lezen dat er nauwelijks kwaliteitsvolle studies zijn (iets wat we ook al vonden bij het schrijven van het tweede mytheboek). En nog belangrijker: de redenen voor co-teaching of team-teaching en de vormen van dergelijk onderwijs kunnen nogal verschillend zijn, waardoor algemene uitspraken doen, nogal pittig wordt.

Ik vond veel dergelijke voorbeelden bij het lezen. Zo kom je als je enkel naar de grafieken nieuwe stijl kijkt, terug van een kale en slechte geïnformeerde reis. Soms is wat er gemeld wordt door Hattie een voorbeeld van een (grote of beperkte) correlatie, soms is het een effectieve aanpak. Maar een .50 bij een lemma komt zo niet noodzakelijk overeen met de .50 van een ander lemma. 

In zijn plaats was ik kritischer geweest en had ik bepaalde lemma’s niet opgenomen omdat de kennisbasis of verouderd lijkt, of beperkt is of onduidelijke definities gebruikt (iets waar hij regelmatig op terug komt).
Het nieuwe gevaar is dat Hattie net omdat hij het verhaal meer coherent probeert te maken en het boek ook wel persoonlijker werd qua stijl, het boek ook meer een promoten van een eigen model wordt. Zoals elk model nooit zaligmakend kan zijn, kan het door de hoeveelheid meta-analyses wel zo overkomen.
Het is nog steeds een goed “telefoonboek”, waarvan er wellicht volgens Hattie tegelijk geen updates meer zullen komen komen. De enorme toename aan meta-analyses maakt dit wellicht onmogelijk. Hattie vermoedt een meer wiki-achtige benadering in de toekomst, wellicht door anderen.

Lectuur op zaterdag: antwoorden op vragen die je wellicht jezelf nog nooit stelde, het omgekeerde van sharenting en een verhaal onderwijs, ideologie en hebzucht (en nog meer)

De weekendbijlage bij deze blog:

Tot slot: deze kortfilm van Malala was genomineerd voor de Oscars:

Een slimme, subtiele toevoeging tot het bekende geheugenmodel

Via deze gastblog bij de Learning Scientists vond ik een subtiele maar slimme toevoeging op het geheugenmodel dat onder andere Daniel Willingham in vereenvoudigde vorm bekend maakte. Dit is de versie van Daniel Willingham:

Dit is natuurlijk een pak ouder, en gaat terug op onder andere het model van Atkinson & Shiffrin uit 1968:

Dit is de nieuwe versie die ik vond bij The Learning Scientists, gemaakt door Rob McEntarffer, Bethany Brunsman en Sarah Salem.

Wat ik er goed aan vind, zijn de pijlen onder de drie geheugens die meer concreet beschrijven wat er gebeurt met de informatie als het mis gaat. Iets dat niet gaat van je sensorisch geheugen naar je werkgeheugen is weg, iets dat niet geëncodeerd wordt in je werkgeheugen zal niet terechtkomen in je langetermijngeheugen. Ten slotte kan het fout gaan als informatie niet of niet correct uit je langetermijngeheugen gehaald wordt.

*Update*: een zeer terecht opmerking van vriend en co-auteur Casper Hulshof:

Ik heb wel ook nog wel wat bedenkingen bij het model, bijvoorbeeld bij die 7 chunks in het werkgeheugen die ze beschrijven. Dit is echt wel te optimistisch te noemen.