Hoe zou het nog gaan met de Metaverse?

Op 28 oktober 2021 herdoopte Mark Zuckerberg zijn bedrijf tot Meta. Zo overtuigd was de man dat zijn ‘Metaverse’, de toekomst was; We zijn nu enkele jaren verder, maar is die toekomst uitgekomen?

Wel, de belofte van een virtuele wereld waarin we samen zouden kunnen vergaderen en werken, is niet echt uitgekomen tot nu toe. Business Inside verklaarde het mei vorig jaar gewoon dood:

The Metaverse, the once-buzzy technology that promised to allow users to hang out awkwardly in a disorientating video-game-like world, has died after being abandoned by the business world. It was three years old.

Maar… niet volgens Meta. De Reality Labs-divisie van het bedrijf, de virtual reality-bedrijfs- en onderzoeksdivisie, boekte woensdag een verlies van $3,8 miljard gedurende de eerste drie maanden van dit jaar. Lees die zin opnieuw en denk er het uwe van. Maar het is nog niet voorbij voor de Metaverse. Terwijl de verliezen van Reality Labs weliswaar enorm zijn, meldt Quartz dat deze aanzienlijk geslonken zijn  ten opzichte van het afgelopen kwartaal (17%) en iets ten opzichte van het voorgaande jaar (3,7%).

“Het was een goed begin van het jaar”, aldus Zuckerberg woensdag in de kwartaalcijfers van het bedrijf. “We blijven ook gestage vooruitgang boeken bij het bouwen van de metaverse.” (bron) Zuckerberg is niet de enige die nog toekomst ziet in het project, ook al lijkt de naam wat verbrand, en het zou volgens TechTarget eerder gaan over een gestage evolutie van virtual reality en een immersief internet. Iets wat ze met dit geschiedenisoverzicht duidelijk maken:

Een ding lijkt me zeker: er zijn nog mensen met diepe zakken die er in geloven, maar het zal echt af te wachten zijn of ooit de stap zal gezet worden waarbij virtuele werelden uit de game-sector evolueren naar brede toepassingen.

Hoe kun je je als leraar ethisch en pedagogisch tot ‘edtech’ verhouden? (Remco Pijpers)

Deze gastblog verscheen eerder op de Linkedin-pagine van Remco Pijpers.

De Canadese wetenschappers Cathy Adams & Sean Groten hebben een TechnoEthical Framework for Teachers ontwikkeld. Ik heb er een kleine draai aan gegeven.

♎ Het TEFT Framework helpt leraren bij de selectie en inzet van technologie. Het bevat drie technisch-ethische lenzen waarmee de leraar een toepassing ethisch en pedagogisch kan beoordelen.
👉 https://lnkd.in/eMdT8DbZ

𝐃𝐫𝐢𝐞 𝐥𝐞𝐧𝐳𝐞𝐧

𝟏. 𝐃𝐞 𝐢𝐧𝐬𝐭𝐫𝐮𝐦𝐞𝐧𝐭𝐞𝐥𝐞 𝐥𝐞𝐧𝐬, het meest bekend bij leraren, richt zich op het beleid en de wetten die het gebruik van onderwijstechnologie reguleren.

𝟐. 𝐇𝐞𝐭 𝐬𝐨𝐜𝐢𝐨𝐦𝐚𝐭𝐞𝐫𝐢𝐞̈𝐥𝐞 𝐩𝐞𝐫𝐬𝐩𝐞𝐜𝐭𝐢𝐞𝐟 houdt rekening met de ingebouwde vooroordelen van technologie en hoe ze gedrag beïnvloedt.

𝟑. 𝐃𝐞 𝐞𝐱𝐢𝐬𝐭𝐞𝐧𝐭𝐢𝐞̈𝐥𝐞 𝐥𝐞𝐧𝐬 beschouwt de invloed van technologie op hoe leraren en leerlingen de wereld 𝑒𝑟𝑣𝑎𝑟𝑒𝑛. Hoe veranderen hun manieren van weten, doen en zijn in de wereld?

Volgens Adams en Groten dient geen enkele lens worden te overgeslagen bij het beschouwen van de (mogelijke) ethische impact. Bij de eerste 2 lenzen hoeft er geen vuiltje aan de lucht te zijn, om bij het scherpstellen van de 3e (existentiële) lens toch te besluiten een technologie geen plek te geven, of strengere eisen te stellen.

𝐈𝐧𝐳𝐞𝐭, 𝐫𝐞𝐠𝐢𝐞 𝐞𝐧 𝐯𝐨𝐫𝐦𝐢𝐧𝐠
Met hulp van mijn collega Lotte Dondorp heb ik aan dit model een kleine draai gegeven:
* Drie perspectieven met vragen die je helpen een oordeel te vellen over een edtech-toepassing – wel of niet inzetten?
* Of gebruik de vragen bij een toepassing waarmee je al werkt. Gaan jullie er (op een andere manier) mee door?

🔎 𝐃𝐞 𝐞𝐭𝐡𝐢𝐬𝐜𝐡𝐞 𝐞𝐝𝐭𝐞𝐜𝐡𝐥𝐨𝐞𝐩 – leg onderwijstechnologie onder een vergrootglas

🖐️ 𝐈𝐧𝐳𝐞𝐭 – 𝐰𝐚𝐭 𝐥𝐞𝐯𝐞𝐫𝐭 𝐝𝐞 𝐭𝐞𝐜𝐡𝐧𝐨𝐥𝐨𝐠𝐢𝐞 𝐨𝐩? (instrumenteel)
* Welk doel willen we bereiken met deze toepassing?
* Is dit de beste manier of zijn er andere manieren om dit doel te bereiken?
* Kan dat binnen bestaande wettelijke kaders? (zoals: AVG, AI Act, kinderrechten)

🥸 𝐑𝐞𝐠𝐢𝐞 – 𝐰𝐢𝐞 𝐢𝐬 𝐝𝐞 𝐛𝐚𝐚𝐬? (socio-materieel)
* Wat gebeurt er onder de motorkap van deze technologie?
* Welke ‘scripts’ zitten er in de technologie? Welke belangen dienen ze?
* Wat haalt deze technologie naar voren en wat raakt naar de achtergrond? Is dat wenselijk?

❤️ 𝐕𝐨𝐫𝐦𝐢𝐧𝐠 – 𝐡𝐨𝐞 𝐯𝐨𝐫𝐦𝐭 𝐭𝐞𝐜𝐡𝐧𝐨𝐥𝐨𝐠𝐢𝐞 𝐨𝐧𝐬 𝐚𝐥𝐬 𝐦𝐞𝐧𝐬? (existentieel)
* Hoe beïnvloedt deze technologie onze manier van in de wereld zijn? (denk aan: onze manier van denken, waarnemen, handelen, onze relatie met anderen en de relatie met onszelf)
* Wat maakt deze technologie mogelijk in ons menselijk bestaan en wat dreigt te verdwijnen? Vinden we dat wenselijk?

Of in het kort:

Nieuw APA-rapport over de gevaren van sociale media voor jongeren, welke features zijn gevaarlijk?

Sociale media kunnen voordelen hebben – u leest dit dankzij sociale media – maar ook nadelen. Onderzoek is hier vaak genuanceerd over, maar de Amerikaanse vereniging voor psychologen (APA) heeft net een nieuw rapport gepubliceerd waarin ze iets dieper duiken. Ze kijken namelijk welke inhouden en elementen binnen sociale media negatieve effecten kunnen hebben.

Bijvoorbeeld, omdat kinderen en jongeren vaak moeite hebben met impulscontrole, leveren deze kenmerken vaak problemen op:

  • Infinite scroll is particularly risky for youth since their ability to monitor and stop engagement on social media is more limited than among adults. This contributes to youths’ difficulty disengaging from social media and may contribute to high rates of youth reporting symptoms of clinical dependency on social media.
  • The lack of time limits on social media use similarly is challenging for youth, particularly during the school day or at times when they should be doing homework.
  • Push notifications capitalize on youths’ sensitivity to distraction. Task-shifting is a higher order cognitive ability not fully developed until early adulthood andmay interfere with youths’ focus during class time and when they should be doing homework.

Ook het hypergevoelig zijn voor sociale feedback heeft een invloed, bijvoorbeeld door:

  • AI-recommended content has the potential to be especially influential and hard to resist within this age range.v It is critical that AI-recommended content be designed to prioritize youth safety and welfare over engagement. This suggests potentially restricting the use of personalized recommendations using youth data, design features that may prioritize content evoking extreme emotions, or content that may depict illegal or harmful behavior.
  • Likes and follower counts activate neural regions that trigger repetitive behavior, and thus may exert greater influence on youths’ attitudes and behavior than among adults.vi Youth are especially sensitive to both positive social feedback and rejection from others. Using these metrics to maintain platform engagement capitalizes on youths’ vulnerabilities and likely leads
    to problematic use.
  • The use of youth data for tailored ad content similarly is influential for youth who are biologically predisposed toward peer influence at this stage and sensitive to personalized content.

Verder vernoemen de schrijvers van het rapport ook nog onder andere slaaptekort, het ontmoeten van mensen met kwade bedoelingen,…

Eerlijk gezegd leer je relatief weinig nieuws uit het rapport als je de wetenschap op dit vlak wat volgt. Maar tegelijk is het een belangrijk statement in een debat dat al een tijdje gevoerd wordt in de VS en die terug de plaats van Meta en co verder onder druk kan zetten.

Waarom hebben we het zo moeilijk met puur toeval?

Gisteren reed ik naar Nederland op een tijdstip dat ik kon luisteren naar de Wereld van Sofie op Radio 1. Het onderwerp dat aangebracht werd door een luisteraar, was toeval.

Ik deel graag zowat de eerste bijdrage in het programma dat je via onderstaande link kan beluisteren. In het fragment left filosoof Johan Braeckman uit  dat wij vaak erg veel belang hechten aan zuivere toevalligheden en volledig voorbij gaan aan betekenisvolle gebeurtenissen. Wij zijn namelijk allemaal vreselijk slechte intuïtieve statistici en kunnen op die manier erg slecht om met toeval.

Deze onderstaande video over toeval, heeft zowat dezelfde strekking:

Waarom jij niet hetzelfde ziet als iemand anders. 🤯

We denken dat alles wat we zien de werkelijkheid is, maar toch speelt ons brein een hele grote rol hierin. Surya Gayet, hersenwetenschapper van Universiteit Utrecht, vertelt waarom we de wereld zo zien, of beter gezegd niet ‘zien’, maar hallucineren. We gaan met Surya op pad om mensen de weg te vragen. Niet omdat we de weg kwijt zijn, maar om te testen of ze onze wisseltruc doorhebben.

Vergeet FoMO, hier is JoMO

FoMO is de angst om iets te missen, fear of missing out. Welk nieuwsbericht, welkei post heb je gemist? Of iedereen is op dat feestje, en jij niet. Dit fenomeen zou ontstaan zijn door sociale media. Want hierdoor kan je de beelden zien van dat feestje waarop jij niet bent. De Britse psycholoog Przybylski definieerde FoMO als de wens om continu verbonden te zijn met wat anderen aan het doen zijn en de angst dat anderen een leuke tijd hebben zouden hebben zonder hen.

Maar nu in een nieuwe wetenschappelijk artikel lanceren onderzoekers Eltan en Gazit een nieuwe term, namelijk JoMO, of the joy of missing out. De opluchting van iets te missen. Dit ontdekten ze toen op 4 oktober 2021 de verschillende platformen van Meta, zoals Facebook, Instagram,… gedurende zes uur offline waren. De onderzoekers bevroegen meer dan 500 gebruikers online en ontdekten hoe verschillende van hen een vorm van opluchting hadden gevoeld.  Ze waren blij even niet geconnecteerd te zijn. Benieuwd hoe snel deze term opgang zal maken…

Abstract van het onderzoek:

On October 4, 2021, a severe technical service failure of Meta (previously Facebook) caused a worldwide “outage” for 6 h. Billions of people, not able to access their social media accounts, experienced different levels of stress. This study took advantage of these unique circumstances to test the stress caused by sudden lack of online access using three main factors: the fear of missing out (FoMO) effect, social media intensity, and demographic factors. In the two days immediately following this event, we conducted an online survey, with 571 adults responding. Using both quantitative and qualitative analyses, data were collected to explore the emotional experiences and predictors of the stress adults underwent during the social media outage. The content analysis revealed four types of reactions: (1) feeling anxious at first, but then feeling better after realizing the outage was global; (2) having only negative feelings; (3) having only positive feelings and even experiencing a version of the joy of missing out (JoMO); and (4) feeling indifferent. A hierarchical regression indicated that stress can be significantly predicted by FoMO, social media intensity, emotional experience, age, and marital status. In addition, FoMO and intensity were found to be mediators between age and stress. Finally, we found associations between stress and gender and employment, with self-employed women experiencing less stress than men and not self-employed women experiencing more stress than men. The findings are discussed in light of the FoMO vs. JoMO effects, the social comparison theory, and the role of demographic factors in reducing or increasing stress when social media is not available.

Dit nieuwe rapport waarschuwt voor ondoordacht invoeren van AI in onderwijs

Het lijkt alsof het momenteel al AI is wat de klok slaat, zeker na de publicatie van de nieuwe Digimeter. Dinsdag verscheen een nieuw Amerikaans rapport over AI in onderwijs met een paar serieuze waarschuwingen. Ben Williamson en collega’s zien verschillende gevaren bij het ondoordacht massaal invoeren van artificiële intelligentie in onderwijs. Meer nog, ze pleiten voor het totaal opschorten van alle AI-applicaties binnen het onderwijs zonder grote publiek controle en duidelijke regelgeving om rampen te helpen voorkomen.

Welke gevaren zien ze zoal, vertaling eerst gemaakt met Deeple en Google Translate, daarna uitgebreid gecorrigeerd door mezelf:

Voorstanders van AI beweren dat deze tools het lesgeven en leren ten goede zullen veranderen.
Dit zal echter niet gebeuren als de integratie van AI in de didactiek en pedagogiek van scholen de relatie tussen leraren en leerlingen doet verslechteren.
Dit zal niet gebeuren als de AI een rigide, mechanistisch instructiemodel oplegt, het leerplan corrumpeert met verkeerde informatie en de daaruit voortvloeiende beslissingen over de prestaties van studenten vertekent.
Dit zal niet gebeuren als de integratie van AI in de administratieve processen van scholen, scholen zal opsluiten in een “stack” of reeks van dure bedrijfstechnologiesystemen, met als gevolg dat er steeds meer geld gaat naar de tech-sector, en er steeds minder geld beschikbaar is voor andere noden in het onderwijs, zoals voor de leerkrachten die een essentiële band met onze kinderen opbouwen.
Dit zal niet gebeuren als AI de privacy-schendingen van leerlingen en studenten doet toenemen, de controle op alle actoren vergroot en tegelijk de transparantie en verantwoordingsplicht bij onderwijsbeslissingen verder vermindert.

Met dit laatste bedoelen ze onder andere wat er mis kan gaan als AI bijvoorbeeld schoolprestaties begint te beoordelen, zonder dat de leerkracht nog kan nagaan wat de redenering is achter een cijfer.

Het rapport is zeer hard en de VS kent minder regelgeving dan de Eu, misschien is het rapport daarom zelfs iets te hard. Tegelijk zijn er ook deze signalen die de zorgen niet onterecht laten lijken.

Hoe AI lijkt af te hangen van 1 fabriek in een behoorlijk gevaarlijke plek.

De titel lijkt op clickbait, en dat is niet echt de bedoeling. Wat ik interessant vind aan deze video is dat het de link legt tussen geopolitiek en technologische ontwikkeling. Hier in ons taalgebied, zeker in Nederland, weten we ook al van dichtbij dat er tussen chips en China wel wat gaande is.