Hoe vaak lees je niet “Onderzoek zegt…” of “Het is aangetoond dat…”? Dit wil echter niet per se zeggen dat wat volgt ook effectief wetenschappelijk is aangetoond.
In Jongens zijn slimmer dan meisjes (en in de Engelstalige, Zweedse en Chinese vertaling van het boek) hebben, Casper, Paul en ikzelf al verschillende mythes over onderwijs en leren aangepakt, maar eerlijk: soms lijkt het dweilen met de kraan open.
Daarom overtuigde ik LannooCampus om het boek “When to trust the experts” van Daniel Willingham in het Nederlands uit te brengen. Dit boek wapent je tegen onzin en helpt je door de bomen het bos te zien.
Over het boek:
De voortdurende evolutie van pedagogische en onderwijskundige wetenschappen zorgt voor een over-aanbod aan nieuwe inzichten en mogelijke toepassingen. Dat maakt het voor ouders, onderwijsprofessionals en beleidsmensen moeilijk te bepalen welke conclusies ze moeten trekken en welk advies te volgen. Alle adviezen lijken ‘gebaseerd op onderzoek’, maar de resultaten spreken elkaar vaak tegen.
In dit boek toont bestsellerauteur Daniel T. Willingham hoe je feit van fictie kunt onderscheiden. Hij beschrijft wat goede wetenschap is, hoe je die kunt herkennen en waarom we vaak zo goedgelovig zijn voor slecht onderbouwde en foute claims.
Wat we kinderen echt kunnen leren biedt een praktische methode om bewust te leren omgaan met onderwijsonderzoek en -voorschriften. Zo kun je als ouder of onderwijsprofessional door de bomen het bos weer zien.
Over Daniel Willingham:
Daniel T. Willingham doceert als professor psychologie aan de University of Virginia. Zijn onderzoek is gericht op de toepassing van cognitieve psychologie bij educatie. Hij is columnist voor American Educator en schreef de bestsellers Why don’t students like school? en Raising kids who read. Zijn werk is vertaald in veertien talen.
Steven Pinker schreef over het boek:
“Dan Willingham’s indispensable guide to fact and fiction in educational methods. Read it and buy copies for your children’s teachers, principals, and school board members.”