Hoe meer je over genetisch onderzoek hoort, hoe meer je soms kan denken dat heel veel al bepaald werd door onze genen. In ons psychologieboek nuanceren we dit al voor een groot stuk door te tonen dat het vaak een pak complexer is, maar een nieuw onderzoek toont dit ook mooi aan.
In het onderzoek van Bian en collega’s keek men na hoeveel van onze gezondheid eigenlijk bepaald wordt door onze genen, en welk effect onze levensstijl heeft, ten goede of ten kwade?
Hiervoor bekeek men de dataset van meer dan 350.000 mensen uit het Verenigd Koninkrijk en wat blijkt: gezonde levensstijlkeuzes kunnen het genetische risico op vroegtijdig overlijden met maar liefst 62 procent verminderen. We kunnen dus een grote impact zelf hebben op wat we genetisch meekrijgen. Of wacht, was dat ook iets dat we genetisch meekregen?
Dit onderzoek gebruikte gegevens uit drie grote, langlopende bevolkingsstudies die de verbanden tussen genetica, omgeving en ziekte onderzoeken, Hierdoor kon deze nieuwe studie gelijktijdig het effect van genetisch risico en levensstijlfactoren op levensduur vergelijken.
Het onderzoeksteam, afkomstig van verschillende universiteiten in China en de Universiteit van Edinburgh in het Verenigd Koninkrijk, analyseerde gegevens van meer dan 350.000 volwassenen van Europese afkomst die tussen 2006 en 2010 waren gerekruteerd voor de UK Biobank-studie, en volgde hen gedurende een mediane periode van bijna 13 jaar.
De deelnemers werd gevraagd naar hun dieet, lichamelijke activiteit, rookgewoonten, alcoholinname, lichaamsvorm en slaapduur, en ze werden ingedeeld in drie niveaus op basis van hun antwoorden. De onderzoekers verdeelden de deelnemers ook in drie categorieën op basis van bekende genetische risicofactoren, zogenaamde polygene risicoscores, die zijn afgeleid van Amerikaanse studies en die van invloed zijn op de levensduur.
Net als eerdere familieonderzoeken ontdekten de onderzoekers dat erfelijke elementen het risico op vroegtijdig overlijden met 21 procent kan verhogen.
Een ongezonde levensstijl met slecht slapen, weinig lichaamsbeweging, bewerkte voedingsmiddelen, sigaretten en alcohol werd ook gekoppeld aan een 78 procent groter risico op vroegtijdig overlijden, ongeacht iemands genetische aanleg.
Mensen met een ongezonde levensstijl en een genetische aanleg voor een kortere levensduur hadden tijdens de onderzoeksperiode twee keer zoveel kans om te overlijden aan niet-accidentele, niet-COVID-gerelateerde aandoeningen als degenen met een lager genetisch risico en gunstigere leefgewoonten.
Maar kiezen voor een gezondere levensstijl – voornamelijk door niet te roken, regelmatig te bewegen, gezond te eten en voldoende te slapen – verminderde het genetische risico op een korter leven met 62 procent, ontdekten de onderzoekers.
“Deze studie verduidelijkt de cruciale rol van een gezonde levensstijl bij het verzachten van de impact van genetische factoren op de vermindering van de levensduur,” concluderen de onderzoekers.
Maar zoals elk onderzoek heeft ook deze studie belangrijke beperkingen. Zo gaat het over een observationele studie, dus er kunnen geen harde conclusies worden getrokken over oorzaak en gevolg. De meeste deelnemers waren van wit-Europese afkomst, dus de bevindingen kunnen ook niet worden gegeneraliseerd naar andere populaties.
Bovendien werden de deelnemers slechts één keer ondervraagd over hun levensstijl, toen ze aan de studie deelnamen, en de bestudeerde genetische varianten omvatten slechts een klein deel van het genetische risico dat gepaard gaat met een kortere levensduur, dus er kan veel meer DNA in het spel zijn.
Een andere grote vraag waar deze studie slechts kort op inging, is op welke leeftijd mensen positieve veranderingen in hun levensstijl aanbrengen.
Uit de analyse bleek dat mensen met een hoog genetisch risico op een korter leven hun levensverwachting op 40-jarige leeftijd met ongeveer 5 jaar zouden kunnen verlengen als ze levensstijlveranderingen hadden doorgevoerd. Ander onderzoek toont ook het belang van het behouden van deze veranderingen.
“Aangezien leefstijlgewoonten meestal vóór middelbare leeftijd worden ontwikkeld, zijn effectieve volksgezondheidsinterventies van groot belang voor degenen met een hoog genetisch risico om hun levensduur te verlengen vóór de vorming van een vaste levensstijl,” concluderen de onderzoekers.