Deze blogpost schrijf ik in Parijs. Ik ben hier voor een congres van de UNESCO waar we nadenken met zeer veel verschillende profielen over onderwijs en onderzoek. Dit betekent dat er ook de nodige studies passeren. Deze meta-analyse van Ahmed Tlili en collega’s was onder mijn radar gevlogen, maar lijkt me zeer relevant voor onderwijsdiscussies.In de wereld van onderwijsinnovatie is gepersonaliseerd leren al een tijdje een hype – en ik merkte het hier ook in Parijs bij de mensen die vooral met technologie en leren bezig zijn. Het idee is simpel: pas het leerproces aan op de unieke behoeften van elke leerling en de resultaten verbeteren vanzelf. Maar hoe sterk is het bewijs dat deze aanpak daadwerkelijk werkt? Deze recente meta-analyse werpt licht op deze vraag, en de bevindingen zijn op zijn minst intrigerend te noemen.
Uit het onderzoek, waarin 19 studies met ruim 3800 deelnemers werden geanalyseerd, blijkt dat gepersonaliseerd leren een gemiddeld positieve impact heeft op leerprestaties. Maar lees zeker verder. De effectgrootte werd geschat op 0.45, wat volgens academische standaarden een middelmatig effect is en dus echt niet slecht. Toch zijn de resultaten niet zo eenduidig als je zou hopen.
Een belangrijke nuance is namelijk dat niet alle vormen van gepersonaliseerd leren even effectief blijken. Zo hadden systemen die gebruikmaken van prompts en feedback of diagnose en suggesties geen significante invloed op leerprestaties. Dit suggereert dat de manier waarop technologie wordt ingezet, cruciaal is voor het succes ervan. Iets wat we ook vaak bij andere toepassingen merkten. Daarnaast bleken factoren zoals het onderwijsniveau, het vakgebied en zelfs de geografische locatie van invloed op de effectiviteit.
Bijvoorbeeld, de grootste effecten werden gezien in technologische vakken en in het hoger onderwijs, terwijl lagere onderwijsniveaus en wiskunde minder baat hadden bij deze aanpak. Interessant genoeg lieten landen in Azië en Europa betere resultaten zien dan Noord-Amerika, wat mogelijk te maken heeft met culturele verschillen en de implementatie van technologie.
Wat leren we hieruit? Technologie kan helpen, maar is geen wondermiddel. Het vervangen van docenten door slimme systemen lijkt niet de weg vooruit. Sterker nog, de studie benadrukt dat technologie het beste werkt als aanvulling op menselijke begeleiding. Het ontwikkelen van een “collaboratieve intelligentie”, waarin mens en machine samen werken aan beter onderwijs, lijkt meer belovend.
Gepersonaliseerd leren heeft wellicht zeker een potentie, maar het succes ervan hangt zoals steeds bij onderwijs sterk af van hoe, waar en voor wie het wordt ingezet. Het is een oproep om niet alleen naar de technologie zelf te kijken, maar ook naar de bredere context waarin deze wordt toegepast. En wil dit nu net een van de rode draden te zijn in deze conferentie.
Abstract van het onderzoek:
Limited studies have quantitatively summarized the effect of personalized learning systems on learning achievement. To address this research gap, this study conducts a systematic review and a meta-analysis of personalized learning systems, where 19 studies (N = 3822) were included. The obtained results revealed that personalized learning has an overall medium positive effect (g = 0.45) on learning achievement. They further revealed that personalized learning systems based on Prompts & feedbacks and Diagnosis & suggestions do not significantly impact learning achievement. Finally, the results revealed that educational level, subject domain and continent might impact the effect of personalized learning systems on learning achievement. The findings of this study can contribute to the literature by explaining how the effect of personalized learning systems might vary depending on different moderating variables.