Commentaar: Meer kunst op school, gewoon voor de kunst!

De examens lopen op hun laatste benen, de hervormingen van het secundair onderwijs lijken voor veel politici even een genomen klip en sommige ouders plannen ondertussen het luxeverzuim. Een mooi moment om het over kunst en cultuur op school te hebben? Jazeker, want er is meer kunst op school nodig, gewoon voor de kunst zelf.

Nee, het is niet ik die dit zeg, ik verwijs enkel naar de titel van een nieuw OESO-rapport dat deze week verscheen, “Art for art’s sake?”  Ik beken, er staat nog een vraagteken bij. In dit lijvig boek verzamelen de auteurs een overzicht van de vele onderzoeken naar de positieve impact van kunsteducatie sinds 1950 tot nu. En die positieve impact is er, maar misschien niet waar je zou vermoeden.

Zo kan volgens het rapport muzikale opvoeding het IQ verbeteren, kan muziek mogelijks ook helpen bij het leren van een tweede taal als ook de leerprestaties in het algemeen verbeteren. Theaterlessen in de vorm van rollenspel hebben dan weer een positieve invloed op lezen, schrijven,… Men stelde verder nog positieve effecten vast van dans, beeldende kunst, enzovoort.

Waarom zou een organisatie als de OESO hier belang aan hechten? Voor wie het niet meer zou weten, OESO staat voor Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Ze zijn ook de organisatie achter de grootschalige PISA-onderzoeken waarmee me het onderwijs in de betrokken landen wil verbeteren.

Een van de uitgangspunten voor dit onderzoek kan zijn dat het leren van kunst op school, leerlingen creatiever zou kunnen maken. Creativiteit is dan op zich belangrijk voor innovatie, en innovatie is cruciaal voor een land dat mee wil doen in de harde internationale competitie in de huidige geglobaliseerde wereld .

Opvallend genoeg, moeten de schrijvers van het rapport besluiten dat er geen definitief empirisch bewijs bestaat dat cultuur- of kunsteducatie hiervoor kan zorgen. Ook voor wat vaak aangenomen wordt, namelijk dat cultuur of kunst op school de leerlingen meer zou motiveren of zou aanzetten tot meer kritisch denken, blijkt volgens het rapport voorlopig geen ruime empirische evidentie. Men zegt niet dat er geen effect zou zijn, men zegt wel dat er hoogstens aanwijzingen gevonden werden.

Daarom komen de onderzoekers tot een opvallende conclusie voor een rapport van een sterk economisch gerichte organisatie: denk niet aan kunst op school als middel om andere vakken te helpen of als een hulpmiddel voor economische redenen. Het kan dat kunst- of cultuureducatie hier helpt, maar dat is in feite bijzaak. Het belangrijkste argument voor kunst- en cultuureducatie op school zit hem in de meerwaarde van het artistieke zelf en de manier van denken die kinderen en jongeren hierbinnen aanleren. Het is een andere, aanvullende manier om naar de wereld te kijken dan de blik die technologie, wetenschap of economie op de wereld biedt. Het zal sommigen helpen hun passie te ontdekken, het helpt iedereen zijn of haar blik te verruimen.

Als we dan kijken naar de hervormingen die voorliggen, lijkt er enerzijds hoop, maar schuilen er tegelijk ook een paar mogelijke gevaren.  De hoop zie ik zelf in het feit dat cultuur ook in de brede graad voor iedereen aan bod zal moeten komen. We scoren nu in internationale vergelijking met het aantal uren dat er (expliciete) aandacht is voor kunst en cultuur in het basisonderwijs net onder het gemiddelde. Bij de 12-tot-14-jarigen, de eerste graad van het secundair onderwijs, scoren we in de zelfde vergelijking ronduit zwak. De hervorming van het secundair onderwijs kan bij dit laatste enkel verbetering opleveren. De vraag is natuurlijk wel hoe cultuur in die eerste graad concreet zal ingevuld worden. Verder is er nog de vraag welke rol kunst en cultuur in de laatste 4 jaar van het secundair onderwijs zal toebedeeld krijgen.

De gevaren schuilen echter niet daar, eerlijk, ik heb goede hoop voor een zinnige invulling van het uiteindelijke curriculum. Het eerste gevaar is de invoering van leermeesters in het basisonderwijs. Voor wie het niet meer zou weten, de hervorming van het secundair onderwijs bevat een heel deel over het basisonderwijs. Terwijl de redenering kan begrepen worden om extra leerkrachten in het vijfde of zesde leerjaar binnen te brengen voor Frans, techniek,… bestaat het gevaar dat het muzische herleid zou worden tot het ene moment dat die speciale leerkracht langskomt. Dit kan niet de bedoeling zijn, maar het kan wel versterkt worden door een tweede, veel grotere gevaar. Er is namelijk een internationale tendens naar het (terug) centraal stellen van enkele kernvakken, lees, taal en wiskunde. Dit is zeker als net die vakken ook nog eens centraal getest worden om de kwaliteit van leerlingen en/of scholen te meten.  Het logische gevolg van dergelijke centrale testen is vaak dat scholen dan net op deze vakken gaan inzetten, zodat de school en de leerlingen hier goed scoren. In taal zit natuurlijk ook het muzische, maar net hierover is er momenteel een hele discussie aan de hand in Nederland omdat dit net zo moeilijk gemeten kan worden. We waren op dit vlak in Vlaanderen lang een oase in een hervormingsstorm die in verschillende landen voor een verschraling van het onderwijs lijkt te zorgen.  In de hervormingsvoorstellen staan echter drie van dergelijke (centrale) toetsen: een op het einde van het basisonderwijs, en twee verspreid over het secundair onderwijs. Wat deze testen precies gaan inhouden, wordt nog niet uitgediept. Ik hoop dat de discussie hierover nog moet beginnen. Onder andere in het belang van de kunst!

Een gedachte over “Commentaar: Meer kunst op school, gewoon voor de kunst!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.