Soms duikt er een studie op die oude debatten in een nieuw licht zet. Ik kwam deze tegen via Dan Willingham, die ze op sociale media deelde, en ze is de moeite waard. Angeline Lillard en collega’s publiceerden deze week in PNAS de eerste nationale gerandomiseerde gecontroleerde studie naar het effect van openbare Montessori-kleuterscholen in de VS.
Hoe onderzoeken?
Montessori-onderwijs bestaat al sinds 1907 en heeft wereldwijd meer dan 16.000 scholen, maar ondanks de populariteit was er tot nu toe weinig hard experimenteel bewijs over de effecten van het kleuteronderwijs. Lillard en haar team gebruikten zoals eerder al gebeurde de lotingen voor toelating tot 24 overschreven publieke Montessori-scholen om te onderzoeken wat er gebeurt wanneer kinderen op driejarige leeftijd wél of niet een plek krijgen. In totaal werden 588 kinderen drie jaar gevolgd, van peuterklas tot het einde van de kleuterklas.
Resultaten
De resultaten zijn opvallend. Aan het einde van de kleuterklas (dus op vijf à zes jaar) scoorden de kinderen die een Montessori-plaats hadden gekregen beter op lezen, kortetermijngeheugen, executieve functies en theory of mind met effectgroottes van ongeveer 0,2 tot 0,3 standaarddeviatie. Dat zijn, voor veldonderzoek in onderwijs, stevige effecten. Voor kinderen die effectief in Montessori bleven, liepen die effecten zelfs op tot 0,6.
Nog opvallender: waar de meeste kleuterprogramma’s vooral op korte termijn effecten tonen die daarna verdwijnen, zien we hier het omgekeerde patroon. In de eerste jaren waren er nauwelijks verschillen, maar aan het einde van de kleuterperiode kwamen de voordelen juist naar voren. De onderzoekers opperen dat dit te maken kan hebben met de manier waarop Montessori werkt met driejarige leeftijdsgroepen, waarin oudere kinderen jongere begeleiden en op die manier zelf veel leren van dat “tutoren”. Ik zou zelf ook gekeken hebben naar de collective teacher efficacy, die mogelijk op deze scholen ook wel eens hoger zou kunnen zijn, omdat leerkrachten bewust kiezen voor dit soort onderwijs. Het hebben van een duidelijke visie kan op zich ook al helpen, nog los van welke visie het is.
Daarnaast bleek het programma ook goedkoper te zijn: volgens de kostenanalyse kost drie jaar Montessori in het openbaar onderwijs gemiddeld 13.000 dollar minder per kind dan traditionele programma’s, vooral door hogere kind-leerkracht-ratio’s bij de jongsten, iets wat soimmigen misschien minder graag zullen lezen.
Maar wacht?
Zoals altijd bij dit soort studies is voorzichtigheid op zijn plaats. Slechts een vijfde van de ouders gaf toestemming om deel te nemen aan het onderzoek, de scholen verschilden in hoe “authentiek” hun Montessori-aanpak was, en de metingen lopen slechts tot het einde van de kleuterklas. We weten dus niet of de verschillen blijven bestaan. Toch is het een indrukwekkend stuk werk dat zeldzaam us qua omvang én design. Het loont dus de moeite loont om verder op te volgen.
Of, zoals Willingham zelf het samenvatte: “Finally, a large, well-designed Montessori RCT — and the results are better than most preschool programs manage.”
Dank voor de aandacht voor deze resultaten en uw kritische blik! een belangrijk onderzoek voor de Kindcentra en scholen verbonden aan de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV).