Het moeilijke verhaal over mentaal welzijn bij scholieren

Mensen die mijn beide blogs volgen, zullen het wel weten: ik ben bezorgd over het mentaal welzijn van onze jongeren. Vandaag is er terug nieuws, nu uit het jaarverslag van de CLB’s:

De afgelopen 5 jaar is het aantal vragen over mentaal welzijn bij de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) met 40 procent gestegen. Het gaat dan bijvoorbeeld over leerlingen met sociale angsten, depressieve gevoelens of schoolfobie. Ook het aantal meldingen van verontrustende thuissituaties neemt toe. “Er kruipt veel tijd in overbruggingshulp door lange wachtlijsten waardoor we onvoldoende tijd kunnen vrijmaken voor andere hulpvragen.”

Even over de laatste zin: dit is een gigantisch probleem en eerlijk gezegd een ontwikkeld land onwaardig, al moet ik er aan toevoegen dat het op veel plekken zo is.

Maar dat is niet waarom ik het een moeilijk verhaal noem. Het probleem is het waarom van de toename die op veel plekken gezien wordt. De voorbije jaren zijn er veel redenen genoemd:

Het is quasi onmogelijk om een oorzaak aan te duiden, en wellicht werken verschillende zaken op elkaar in. Maar onderzoekers suggereren een extra reden die het helemaal moeilijk maakt. Misschien speelt ook onze verhoogde aandacht een rol. En wat moeten we daar dan mee? Praten we onszelf én onze kinderen een diagnose aan, zoals De Standaard schrijft?

Gezien het enorm toegenomen aantal psychologische interventies zou je verwachten dat de problemen slinken. Het tegendeel is waar. Cijfers van de Public Mental Health Monitor 2023 tonen dat een op de vijf volwassen Vlamingen in de afgelopen twaalf maanden voldeed aan de criteria van een psychische stoornis. In vergelijking met twintig jaar geleden zijn er meer psychische stoornissen en beginnen de klachten gemiddeld op jongere leeftijd. “De problemen nemen niet toe ondanks de toegenomen hulp, de problemen nemen toe omdat er zoveel hulp wordt aangeboden.”

Terwijl ik zelf ook wel denk dat dit deels mee de verklaring is, heb ik te veel van heel dichtbij gezien om niet te beseffen dat het voor die kinderen én ouders meer dan echt is en dat ze effectief hulp nodig hebben (die ze dus vaak nauwelijks op tijd krijgen). Hoe moeten we hier dan mee verder? Je kan het onmogelijk slecht vinden dat er aandacht is voor de problematiek, maar misschien moeten we een nieuw evenwicht vinden? En waar ligt dat?

En nog erger: ik ben er vrij zeker van dat bepaalde groepen momenteel nog niet de weg vinden naar hulp. We merken dat er internationaal vaak een grote vertekening zit in wie er slachtoffer is van de mentale crisis: vaak zijn het meisjes van hoger opgeleide ouders. Wellicht is er dus sprake van over- én onderdiagnosticering.

Ik heb geen dus geen oplossing, maar misschien jullie wel?

2 gedachten over “Het moeilijke verhaal over mentaal welzijn bij scholieren

  1. Beste Pedro,

    Het recent gelanceerde boek van Prof. Johan Albrecht (Fellow Itinera) “Een Zorg Minder” suggereert dat de stijgende diagnosticering van leerlingen aangeeft dat het hoogdringend tijd is om het onderwijssysteem als disciplinerend instituut (Foucault) zelf eens grondig te diagnosticeren. Een goede veilige verbondenheid met de onderwijsinstelling is de beste beschermende factor tegen mentale problemen (Harvard Study). 75% van de mentale problemen op latere leeftijd (oa. burnouts op het werk) vinden hun oorsprong onder de 25jaar (Prof.Bruffaerts).

    Het boek is rijk gedocumenteerd, zowel filosofisch als wetenschappelijk.

    Zie ook het Memorandum van het Netwerk Warm Vlaanderen “ http://www.warmvlaanderen.net

    Jan Toye-voorzitter Fonds GavoorGeluk,son

  2. Pingback: Het opvallende wat Bruno Vanobbergen gisteren zei | X, Y of Einstein?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.