Vlaanderen moet meer lezen: de 12 krachtlijnen van het leesoffensief in Vlaanderen

Lezen is belangrijk en de voorbije tijd heeft het leesoffensief in Vlaanderen met veel mensen gepraat en hard gewerkt aan een adviesnota die nu kan gedeeld worden.

Dit zijn de twaalf krachtlijnen:

  1. De uitdagingen zijn groot, maar we vertrekken niet van nul: er zijn veel goede praktijken, het enthousiasme en de expertise zijn er om het tij te keren.
  2. Het Leesoffensief wil de dalende leesvaardigheid en leesmotivatie in Vlaanderen aan de wortel aanpakken, op een samenhangende en systemische manier. Langdurige gedragsverandering vraagt immers een structurele aanpak.
  3. We pakken leesvaardigheid (technisch en begrijpend lezen) en leesmotivatie geïntegreerd aan, als deel van een breed cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die op elkaar inwerken, als een complexe competentie die onlosmakelijk verbonden is met andere competenties als spreken, luisteren en schrijven.
  4. We maken van het Leesoffensief een brede maatschappelijke uitdaging en trekken iedereen in hetzelfde ‘leesbad’: (groot)ouders, opvoeders, leraren, lerarenopleiders, kinderbegeleiders, bibliotheekmedewerkers, jeugdwerkers en ook beleidsmakers. Alleen samen kunnen we een wezenlijk en duurzaam verschil maken.
  5. De basis van leesvaardigheid, leesmotivatie en leesplezier wordt lang voor het formele leesonderwijs gelegd: met voorlezen en brede taalstimulering maak je kinderen bewust van klanken, letters en woorden. En je wakkert de liefde voor taal en verhalen aan. We beginnen daarom bij de allerjongsten en maken alle ouders, grootouders, opvoeders, kinderbegeleiders en kleuterleid(st)ers bewust van de cruciale rol die zij te spelen hebben.
  6. Het Leesoffensief wil iedereen aan het lezen krijgen – ook adolescenten, kinderen en volwassenen met een leesbeperking, anderstalige nieuwkomers en mensen in kwetsbare leefsituaties. We hanteren dan ook een fijnmazige aanpak, grijpen de kansen binnen de onderwijscontext maximaal, maar vergeten ook de buitenschoolse context niet en nemen lokale brugfiguren, socio-culturele organisaties, en de buitenschoolse opvang en activiteiten mee, met de bibliotheek als centrale partner. We vergeten daarbij de kinderbegeleiders- en leraren-in-opleiding niet: zij kunnen mee het verschil maken voor toekomstige generaties.
  7. We creëren voor alle doelgroepen kwalitatieve leesomgevingen, die uitnodigen om te lezen en te blijven lezen: via een aantrekkelijk, inclusief en toegankelijk boekenaanbod, zowel digitaal als niet-digitaal, en zichtbare, inspirerende leesplekken. De bibliotheek vormt de spil in het lokale leesnetwerk en wordt versterkt in haar leesbevorderende opdracht.
  8. Doorheen alle leescontexten, schools én buitenschools (thuis, kinderopvang, vrije tijd, verenigingsleven), ontwikkelt het Leesoffensief drie instrumenten die samen de kwaliteit en coherentie ervan bewaken: een kader, een scan, en bijhorende vorming of professionalisering. Zij reiken iedereen de handvaten aan om op een geïntegreerde en evidence-informed manier te werken aan het verbeteren van leesvaardigheid en leesmotivatie: ze inspireren de niet-professional, ondersteunen de professional en geven mee invulling aan de ‘doorgaande leeslijn’ van 0 tot 20 jaar, en verder. Om de gedragenheid ervan maximaal te maken, worden zij samen met en op maat van de diverse doelgroepen in het onderwijsveld en de brede socio-culturele sector uitgewerkt.
    1. een (voor)leeskader – onderzoeksgeïnformeerde informatie en inspiratie rond goed (voor)lezen en hoe anderen erbij te helpen.
    2. een (voor)leesscan – een instrument aan de hand waarvan elk kinderopvanginitiatief, elke school of socio-culturele organisatie reflectie kan opstarten over hun huidige leesaanpak, over hoe ze in hun werking meer aandacht kunnen besteden aan (voor)lezen, leesomgeving en leescultuur, en over hoe het traject daarnaartoe vorm te geven.
    3. vorming/professionalisering – een kwaliteitsvol aanbod op maat van de doelgroep om het (voor)leeskader om te zetten in eigen (didactisch) handelen en de resultaten van de (voor)leesscan te vertalen naar concrete acties.
  9. Een duurzaam Leesoffensief vraagt een gerichte onderzoeksaanpak en langdurig, praktijkgericht en participatief onderzoek: onderzoek dat de (voor)leespraktijken in Vlaanderen op de huid zit, wendbaar inspeelt op de noden die leven op het terrein, en tegelijk inzet op de vertaalslag van internationale onderzoeksresultaten naar de Vlaamse context. De vlotte doorstroming van de onderzoeksresultaten naar alle betrokken actoren – ook naar de leermaterialen die door de educatieve uitgeverijen worden ontwikkeld – en de communicatie over de goede praktijken en successen die worden geboekt, maken integraal deel uit van deze onderzoeksagenda.
  10. Een uitdaging van deze omvang vraagt een sterke coördinatie, waarbij alle betrokkenen in Vlaanderen beleidsdomeinoverstijgend en van bij de start afstemmen, samen de koers uitzetten én monitoren en evalueren wat wordt uitgerold.
  11. De boodschap van het Leesoffensief moet luid en duidelijk klinken. Ze wordt daarom kracht bijgezet met een volgehouden, meerjarige communicatiecampagne.
  12. De problemen aan de wortel aanpakken, vraagt niet alleen focus, ambitie en tijd, maar ook middelen. Investeren in lezen is echter investeren in de toekomst van Vlaanderen, haar burgers en haar welvaart.

 

Een gedachte over “Vlaanderen moet meer lezen: de 12 krachtlijnen van het leesoffensief in Vlaanderen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.