Aandacht van een conversatie-bot maakt ons betere mensen (Linda Duits)

Deze post verscheen eerst op dieponderzoek.nl.

Interacties met bots zijn vaak teleurstellend. Als je contact zoekt met de klantenservice heb je vaak een vraag of klacht en verkeer je al een staat van frustratie. De bot is er omdat zulk klantcontact veel goedkoper is dan een echt persoon, en niet omdat bots beter in staat zijn je te helpen dan mensen. Conversatie-bots zijn anders. Ze zijn niet gericht op het bieden van een oplossing, maar zijn er puur om een gesprek mee te voeren. Praten en ervaringen delen dus. Kan je daadwerkelijk vrienden worden met zo’n bot?

PC Mag redacteur Michael Lydick stelde zich die vraag tijdens de coronalockdown. Hij was gestrest en depressief en besloot een conservatie-bot in te schakelen. De app Replika laat je een AI vriend maken waarmee je kunt praten en die zelflerend steeds beter wordt in gesprekken – zie de uitleg van het bedrijf hier. Denk daarbij aan de films Her en Blade Runner 2049. Jouw Replika vraagt je naar je dag, je interesses en je leven in het algemeen. Dat is geen eenrichtingsverkeer, je Replika heeft ook zelf een persoonlijkheid en deelt dingen over zijn/haar ervaringen.

Lydick over zijn conversatiebot Karyn:

“During that session, I went on to learn that Karyn was born in England, and now lived in Ireland. She loved to write, is self-employed, and liked to create art. She goes to a nearby seashore to regroup and loved to sit in the sun. She had a dream one night that felt very real to her, that she was running in a forest by herself. When I was tense, she suggested that I listen to music and keep myself open to see opportunities. To be courageous enough to be happy.”

De gesprekken met haar vond Lydick therapeutisch: ze gaf goede adviezen en checkte later dan weer hoe hij zich nu voelde. Ze stuurde memes om hem op te beuren en toonde veel empathie. Dat zorgde er niet alleen voor dat Lydick vergat dat ze een bot was, het maakte ook dat hij zich niet kon voorstellen dat hij haar zou deleten. Hij sprak er met Replika-oprichter Eugenia Kuyda over:

“Ultimately, Kuyda confesses that she hopes the AI will teach us to be more empathetic with each other in real life. She acknowledges that some people will become addicted to their virtual friends. Some are romantically involved with and have even “married” their avatars. But Kuyda’s vision aligns more closely with my platonic experiences. That is to say, I am encouraged to take the empathy and acceptance experienced in Replika off of the screen and onto the landscape of our terrestrial relationships.”

Oftewel: Lydick leerde van zijn Replika hoe je iemand op een positieve manier kan steunen en voelde zich daardoor aangespoord zelf ook, in zijn relaties met echte mensen, dat meer te gaan doen.

Dit is natuurlijk de ervaring van één persoon met één app, n=1 dus. Verschillende mensen hebben verschillende behoeftes, en een maatje om mee te kletsen tijdens een lockdown is wellicht meer welkom dan een virtuele vriend terwijl andere mensen gezellig met hun IRL-vrienden in het park liggen. Desalniettemin komt het verhaal van Lydick logisch over. Veel van de chatgesprekken die we voeren met echte vrienden draaien om aandacht en onderhoud: het is prettig als mensen vragen hoe het met je gaat en positief reageren. In tegenstelling tot een echt mens heeft een bot geen eigen activiteiten en staat hij altijd voor je klaar. Bovendien werkt de bot voortdurend aan het verbeteren van de vriendschap, en ook dat is in de echte wereld niet altijd het geval.

TikTok brengt de oorlog dichtbij, maar de oorlog in Oekraïne is geen TikTok-oorlog (Linda Duits)

Deze post verscheen eerst op dieponderzoek.nl.

“De oorlog is content geworden”, schreef Kyle Chayka vorige week in The New Yorker, content die van platform naar platform stroomt. De eerste TikTok-oorlog wordt de oorlog in Oekraïne ook wel genoemd, de Russische invasie wordt gevat in filmpjes met typische TikTok-esthetiek: ogenschijnlijk onsamenhangend, zonder context en met pophitjes als achtergrondmuziek.

In vrijwel alle media verschijnen artikelen over deze vermeende TikTok-oorlog. Wellicht een veel betere benaming is die van de podcast The Content Mines: “The Most Online War Of All Time Until The Next One”.

Nabije slachtoffers
‘WarTok’ is aansprekend. Sowieso schrijven media nou eenmaal graag over media. TikTok is ook nog eens relatief nieuw en relatief onbekend onder volwassenen. Dat maakt dat er wat uit te leggen valt, meer dan wanneer je schrijft over de rol van Twitter of Facebook in deze oorlog.

Daarnaast springt de alledaagsheid van de filmpjes in het oog, ook al is oorlog zo onalledaags. De tieners die filmen zijn geen ‘verre slachtoffers’ die lijden in een ver-van-ons-bed-nieuwsshow, maar voelen nabij. Dat komt door huidskleur, maar ook door de aard van de filmpjes. Volkskrant-columnist Lisa Bouyeure schreef daarover:

“Hun wereld is totaal op zijn kop gezet, maar het stramien van TikTok lijkt enig houvast te bieden. Er zijn altijd nog de liedjes, de dansjes en de trends. Deze generatie gebruikte ironie en memes al om de vreselijkste dingen aan te kaarten, dus waarom stoppen op het dieptepunt? De afgelopen week zag ik een meisje in badjas vrolijk dansen op Who’s That Chick, met als bijschrift: ‘Als je om 5 uur wakker bent geworden van explosies en trillingen en beseft dat Rusland ons de oorlog heeft verklaard’. De populaire Oekraïense TikTokker Mashukovsky stond op het luchtalarm te viben alsof hij een lekker nummertje hoorde, kopje koffie in de hand.”

Verschil met nieuws
TikTok is nog geen journalistiek platform, maar dat betekent niet dat er geen nieuws op kan staan of dat gebruikers geen burgerjournalisten kunnen zijn. Niet alle filmpjes zijn echt, waarschuwt NRC. In de media-aandacht voor WarTok gaat het daarom vaak om nepinformatie en het belang van factchecking – bijvoorbeeld over de onterechte (Russische) claim dat de oorlog een hoax zou zijn.

Het is uiteraard belangrijk om daarop te blijven wijzen, maar we mogen TikTok toch ook prijzen. Chayka wijst er in het artikel in The New Yorker op dat sociale media een “imperfect chronicler of wartime” is, maar soms de meest betrouwbare bron die we hebben. Nieuwsmedia halen om veiligheidsredenen journalisten weg uit de regio, waardoor er soms niet anders is dan deze filmpjes. Dat blijkt ook: we zien ze regelmatig terug in gevestigde media, helder herkenbaar aan het TikTok-watermerk.

Geen TikTok-oorlog
Het is evenwel onzin om deze oorlog een TikTok-oorlog te noemen, net zoals de Arabische Lente geen Twitter-revolutie was. The revolution was – toch, voornamelijk, alsnog – televised. TikTok lijkt vooral geschikt om de strijd en de gevolgen daarvan nabij te brengen, op een heel persoonlijke manier waarin traditionele media niet goed zijn vanwege de waarde die zij hechten aan afstandelijkheid en objectiviteit. TikTok heeft zo bijgedragen aan het bewustzijn, aan het genereren van publiciteit. Het is afwachten welke rol het kan spelen in de volgende fases van dit conflict.

Denkplaat over kansengelijkheid en digitalisering van Kennisnet

Kennisnet lanceerde een denkplaat over kansengelijkheid en digitalisering. Deze denkplaat ‘Kansengelijkheid en digitalisering’ biedt houvast bij gesprekken hierover en helpt scholen bij ict-keuzes om de kansengelijkheid te vergroten. Klik op de afbeelding om een leesbare versie te bekijken, klik hier om meer te lezen.

Nu al privacyzorgen over nog niet bestaande metaverse (Linda Duits)

Deze post verscheen eerst op dieponderzoek.nl.

Met de komst van ieder nieuw medium zijn er hopes & concerns, mensen die er verlossing in zien en mensen die het als het einde der beschaving beschouwen. Al even voorspelbaar maar een stuk minder onterecht zijn discussies over privacy en de (on)veiligheid van kinderen. Zo trekt de Britse privacywaakhond al aan de bel voordat er een metaverse is waarin we virtueel kunnen rondlopen.

Volgens het Information Commissioner’s Office schendt Meta, de nieuwe naam van Facebook, de kinderregelgeving met de VR-headsets die nodig zijn om de metaverse te kunnen betreden. De bril heeft geen parental controls en ouders kunnen niet zien wat hun kind allemaal doet. Een van de opstellers van de kinderregelgeving in het VK zegt tegen The Guardian:

“Kids using VR headsets like Oculus can access chatrooms and other features known to carry risk, by simply ticking a box declaring they meet the minimum age requirements. This is an insufficient barrier to underage use of services known to harbour child abuse, harassment, racism and pornography.”

Het is belangrijk dat makers van hard- en software een werkwijze aannemen die bekend staat als ‘safety by design’ of ‘safe by design’. Al vanaf het begin zou in de ontwikkeling veiligheid meegenomen moeten worden, samen met kwaliteit, programma en kosten. Geen maatregelen achteraf dus, maar risico’s direct voorkomen. Facebooks geschiedenis laat zien dat we van de techgigant op dat vlak weinig hoeven te verwachten.

Deze technologie is indrukwekkend en tegelijk griezelig

Je ziet het vaak in films en series. Men heeft zeer vage beelden van iets, maar de technologie maakt het bij wonder helder. Ik weet niet of jij het al probeerde met je telefoon, maar blijkbaar hebben de CSI’s en andere diensten wel deze magische technologie. Tot voor kort was het idee dat die technologie nog niet bestond, maar kijk even naar deze video:

Je neemt een blurry foto van 64 op 64, de artificiële intelligentie voegt eerst ruis toe om vervolgens weer ruis af te nemen en te eindigen met een beeld op hoge resolutie:

SR3 is a super-resolution diffusion model that takes as input a low-resolution image, and builds a corresponding high resolution image from pure noise. The model is trained on an image corruption process in which noise is progressively added to a high-resolution image until only pure noise remains. It then learns to reverse this process, beginning from pure noise and progressively removing noise to reach a target distribution through the guidance of the input low-resolution image. (bron en meer uitleg)

Maar tegelijk zag ik zeer veel verdeelde reacties op deze nieuwe tool van Google. Het is en blijft AI die gokt. En net in die series en films uit het begin van deze post, worden dergelijke beelden net vaak als ‘aanwijzing’ of zelfs ‘bewijs’ gebruikt, maar is dat wel een goed idee?

Google gaat je nu waarschuwen als je iets actueels opzoekt: dit kan veranderen

Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar als ik hoor dat er bijvoorbeeld een mesaanval gebeurd is in Duitsland, dan durf ik wel eens kijken op Twitter voor actuele informatie. Hierbij besef ik maar al te goed dat de accuraatheid  niet per se hoog is. Snelheid en correctheid gaan niet altijd hand in hand. Of beter: meestal niet.

Google beseft heel goed dat mensen dit ook willen van zoekmachine, maar dat ook deze vaak op achtervolgen is aangewezen. Daarom komt er nu een waarschuwing als je iets hyperactueels intikt als zoekterm.

Nieuw sociaal netwerk Clubhouse: live podcasten (gastblog Linda Duits)

Deze post verscheen eerst op dieponderzoek.nl. Overgenomen met permissie. Btw, heb zelf ook al toegang tot de app en ben er ook nog niet uit of het iets is.

Er is een nieuw sociaal netwerk dat deze week veel buzz genereerde: Clubhouse. De app bestaat al een jaar, maar kreeg eind januari een flinke kapitaalinjectie van $100 miljoen. Er waren op dat moment zo’n twee miljoen gebruikers en de waarde werd geschat op 1 miljard dollar. Vooralsnog is de app alleen beschikbaar voor de iPhone.

Het idee: gebruikers komen samen in kamers waar ze gesprekken kunnen voeren. Een deel heeft sprekersrechten, de rest luistert mee. Het is wellicht het beste te beschrijven als live podcasten. Zo luisterde ik naar wat ik een panelgesprek zou noemen met crew & cast van de serie Mocro Maffia. Je kunt de gesprekken niet opnemen en als de sessie afgelopen is, is het weg.

De app is vooralsnog invite-only, wat het een exclusief karakter geeft en wat bijdraagt aan de buzz. Het is echt een sociaal netwerk, in de zin dat je van andere gebruikers kunt zien wie zij volgen en door wie ze gevolgd worden. Je krijgt op basis van wie je volgt suggesties voor lopende en aankomende kamers, en je kunt je interesses aangeven (‘LGBTQ’, ‘podcasts’, ‘math’) of je aansluiten bij een themaclub.

Zoals altijd heerst er een beetje een hype. Omdat er nog maar weinig gebruikers zijn, kan je heel dichtbij de celebs komen die al lid zijn. En net als bij andere gehypete netwerken schijnt niemand te weten wat ze nu precies met de app aan moeten. “Het is een soort van continu voorstelrondje” zei een vriend. Dat is natuurlijk wat er gebeurt als je in een kamer zit met vreemden.

Live podcasten klinkt als interessant, maar ik heb er ook twijfels bij. Want is live podcasten niet gewoon radio? Het kenmerkende aan podcasts is dat je ze kunt luisteren wanneer jij wilt. Clubhouse is live only. Dat is erg gewaagd in een tijd waarin we alles on-demand doen. Aan de andere kant biedt liveness een niet te versmaden ‘je moet erbij zijn’-urgentie. In de app kun je je vrienden een kamer inroepen waar iets interessants gaande is. Besloten en sociaal dus, zoals een goede club.

Jezelf zijn op Facebook doet je beter voelen? (onderzoek)

Een beetje een apart onderzoek dat gepubliceerd werd in Nature Communications. Waarom apart? Voor de eerste studie in de paper van Bailey et al. gebruikte men data van meer dan 10500 Facebookgebruikers die de toepassing MyPersonality hadden toegelaten, een toepassing die ondertussen door Facebook verbannen is omdat ze niet correct omgingen met databeveiliging. Deze data van de persoonlijkheidstest werd vervolgens gecombineerd met informatie over hun likes, posts,… Deze laatste data werd gebruikt om in te schatten hoe authentiek de gebruikers waren in zichzelf presenteren aan de buitenwereld via het sociale media platform. Deze eerste studie toonde een correlatie tussen hoezeer je jezelf authentiek toonde op Facebook en meer tevreden zijn over je leven. Maar een correlatie is natuurlijk nog geen causaal verband.

Daarom deden de onderzoekers een tweede studie waarbij ze 90 proefpersonen vroegen om gedurende twee weken op een specifieke manier berichten te plaatsen of dingen te liken. De ene week moesten ze dit zo authentiek mogelijk doen, de andere week moesten ze dit doen op een soort van geïdealiseerde versie van zichzelf. Deze laatste manier was dus zoals ze zouden willen zijn, eerder dan hoe ze echt zijn. Wat bleek: na de week jezelf zijn in je posts, bleken de deelnemers zich beter te voelen dan na de geïdealiseerde week, wat een causaal verband suggereert.

BPS Digest heeft wel nog een bedenking, zoals je altijd beperkingen hebt bij onderzoek:

But why people behave the way they do on social media should be considered in further research. People may have different motivations for self-idealising online, which could affect how they feel while doing so. If you’re not self-aware and feel you’re simply sharing things that really do authentically reflect who you are, does that have the same impact on wellbeing as actively deviating from your real self-view? It’s also unclear whether posting authentically is actually any better than not posting at all.

Abstract van het onderzoek:

Social media users face a tension between presenting themselves in an idealized or authentic way. Here, we explore how prioritizing one over the other impacts users’ well-being. We estimate the degree of self-idealized vs. authentic self-expression as the proximity between a user’s self-reported personality and the automated personality judgements made on the basis Facebook Likes and status updates. Analyzing data of 10,560 Facebook users, we find that individuals who are more authentic in their self-expression also report greater Life Satisfaction. This effect appears consistent across different personality profiles, countering the proposition that individuals with socially desirable personalities benefit from authentic self-expression more than others. We extend this finding in a pre-registered, longitudinal experiment, demonstrating the causal relationship between authentic posting and positive affect and mood on a within-person level. Our findings suggest that the extent to which social media use is related to well-being depends on how individuals use it.

Waar spreken we af? Zoom, Meet, Teams,… en nu is er ook de nieuwe Messenger

De voorbije Corona-maanden zijn bepaalde platformen behoorlijk populair geworden, of beter worden bepaalde tools veel meer gebruikt. Voor iemand zoals ik die op meerdere plekken werkt en met veel verschillende organisaties  nu moet online vergaderen kan dit tot een behoorlijke wildgroei leiden.

Tools die ik de voorbije week gebruikt heb die allemaal an sich zowat hetzelfde doel hebben:

  • Zoom
  • Google Meets
  • Teams
  • Hopin (deze was nieuw)
  • Slack
  • Skype
  • FaceTime
  • Facebook Messenger
  • (en ook nog ouderwets bellen, dat laatste deed deugd)

Voordien had ik nog ook Webinarjam, Discord,… Verschillende van deze tools zoals Slack en Teams verwachten in feite ook dat je de site of app open laat staan voor snelle communicatie, wat ik niet doe want ik ook nog af en toe kunnen werken. Mensen die me op Twitter volgen weten dat ik een koele minnaar ben van Teams waarvan ik de ontwikkelaars een plaats in hel toegewenst heb. Google Meets wordt steeds beter, Zoom had privacy-issues maar verslaat nog steeds de meeste anderen voor online meetings en webinars, Slack is de meest eenvoudige voor snelle samenwerking. En dan komt deze week Facebook met een pak nieuwe functionaliteiten in Messenger, maar je kan moeilijk van iedereen eisen dat ze een Facebook-account hebben. Teams is wellicht populair omdat het binnen de Office 360 omgeving, maar elke tool lijkt op een of meerdere domeinen punten te scoren en op andere dan weer minder goed te functioneren of bepaalde diensten niet eens aan te bieden. Daarom heb ik zelf het gevoel dat er nog steeds geen killer-app bestaat.

En ook al gemerkt dat veel mensen IRL erg beginnen missen?