Vrijdagavond gingen we met het hele gezin naar een opvallend lege bioscoop omdat onze jongens al sinds ze wisten van het bestaan van Ghostbusters Afterlife zaten te popelen om de sirene van de Ecto1 opnieuw te kunnen horen in een film.
Zelden of nooit schrijf ik hier recensies, laat staan van een film, maar toch moest ik onwillekeurig denken aan de jeugdfilms uit de jaren tachigt. De kritiek (zowel positief als negatief) op deze vierde Ghostbusters-film is dat het een vat vol verwijzingen is naar de vorige films, maar ik moest niet enkel terugdenken aan de oorspronkelijke film uit 1984, maar ook naar bijvoorbeeld films zoals The Goonies.
Door de jongens heb ik veel van die oude films de voorbije jaren opnieuw bekeken, en het viel me telkens op hoe ze behoorlijk rauwer waren en wellicht verder gingen dat vandaag in films gebeurt voor hetzelfde soort publiek. Stranger Things is misschien de uitzondering net omdat het zo een nostalgietrip is naar de films uit die tijd.
Deze film had ook die jaren tachtig feel, waarbij wel de hoofdrol weggelegd is voor een twaalfjarige Phoebe Spengler die gewoon smeekt voor een vervolg.
Die laatste zin moest ik trouwens schrijven van mijn zonen, maar ik onderschrijf het met plezier. Voor wie de film gaat bekijken, blijf zitten voor de 2 extra filmpjes in en na de credits…