Glimlach voor de rest van de dag, het vervolg op de kartonnen speelhal: Caine’s Arcade 2

Maanden geleden deelde ik deze video over Caine zijn kartonnen speelhal. Ik was niet alleen in het delen van dit ontroerend filmpje. Deze nieuwe video, die misschien nog meer ontroerend is, toont wat er na gebeurde. En nee, dit hadden de makers niet verwacht, laat staan de kijker… Met een gastrol voor Ken Robinson, trouwens!

Check de site: www.imagination.is en… doe mee aan de uitdaging!

Tiener-uitvinders op de Google Science Fair

Een toestel dat doven doet horen via trillingen op het lichaam (Jonathan Kohn, 14 jaar), een Global Neural Network Cloud Service tegen borstkanker (Brittany Wenger, 17 jaar oud), het project “Design and Evaluation of a Cell-Phone Compatible Telemedicine System” van Catherine Wong (17 jaar), zijn maar 3 voorbeelden van jonge deelnemers aan de Google Science Fair. Terwijl ik al weinig volwassenen ken die dergelijke uitvindingen doen, is het lijstje projecten en winnaars van deze wereldwijde wetenschapswedstrijd van Google indrukwekkend.

Check hier de site met de finalisten en winnaars van 2012.

Oja, de winnaars bij de jongste leeftijdsgroep (13-14 jaar) bedachten een project voor educatieve games:

watch?v=rBR-D9aeJXE&feature=player_embedded

Onderzoek naar de aanwerving van effectieve leerkrachten

Kan je weten als directie of een leerkracht al dan niet effectief zal zijn? Een nieuw onderzoek van Prof. Jonah Rockoff et al van de Columbia Business School stelt van wel, tenminste als je als directie meer bevraagt dan wat je normaal gezien doet. Ik ga even geen opmerkingen maken over lerarentekort.

Over het onderzoek:

With the assistance of school district officials, the professors identified 602 teachers with no prior experience who were listed as teaching mathematics to students in grades 4-8 in the academic year 2006-07. They limited the sample to math teachers in these grades in order to calculate a value-added measure of teacher effectiveness using at least one prior test score as a control. Of the teachers invited to complete the roughly 90 minute survey, 418 (69.4 percent) responded and 55.3 percent completed it entirely. The survey assesses a host of teacher qualities at the time of hire, including SAT scores, whether the teacher passed their licensure test on the first try, their undergraduate major, and the selectivity of their undergraduate college. The list also included less commonly used measures like tests of cognitive and mathematic ability and efficacy. The researchers also test what teacher characteristics are associated with high scores on the Haberman PreScreener and then test whether performance on this instrument predicts a variety of teacher and student outcomes. The study then documents how these metrics can be used to create composite measures of cognitive and noncognitive skills, both of which have statistically significant relationships with student achievement. By combining these measures of cognitive and noncognitive abilities, hiring committees could pull out useful information; the added information could explain 12 percent of the variance in teacher effectiveness.

The results are also consistent with the notion that data on job performance may be a more powerful tool for improving teacher selection than data available at the recruitment stage. However, they note that gathering information for selection during the recruitment process is likely to be far less costly than after teachers are already working with students. The researchers also find that more work is necessary in this line of research, and that further validation of their findings will require researchers or policymakers to gather a similar set of information on a different sample of teachers and test whether their results also emerge for this new sample. (bron)

Abstract van het onderzoek

Research on the relationship between teacher characteristics and teacher effectiveness has been underway for over a century, yet little progress has been made in linking teacher quality with factors observable at the time of hire. To extend this literature, we administered an in-depth survey to new math teachers in New York City and collected information on a number of nontraditional predictors of effectiveness, including teaching-specific content knowledge, cognitive ability, personality traits, feelings of self-efficacy, and scores on a commercially available teacher selection instrument. We find that only a few of these predictors have statistically significant relationships with student and teacher outcomes. However, the individual variables load onto two factors, which measure what one might describe as teachers’ cognitive and noncognitive skills. We find that both factors have a moderately large and statistically significant relationship with student and teacher outcomes, particularly with student test scores.

Enkele interessante bronnen en updates: 35 dollar tablet, een manifest voor slimmer online, …

Er komt zoveel voorbij dat ik steeds moet kiezen wat ik al dan niet op deze blog post.  Dit zijn enkele berichten die ik relevant vindt of die te maken hebben met vroegere posts, maar die net geen apart bericht oplevereden.

Eerst enkele updates:

Interessante artikels:

 

Interessant artikel over de onderwijseconomie: 10 elementen die werken in het onderwijs

Vond dit artikel van Borghans en Webbink via @denysjan. Onderwijseffectiviteit bekeken vanuit economisch perspectief kan altijd boeiend zijn. Dit is de inleiding:

De onderwijseconomie bestaat vijftig jaar, maar maakt vooral de laatste tijd een sterke groei door. Op basis van economische
theorie en degelijke empirische analyse groeit het inzicht in wat belangrijk is voor goed onderwijs. In deze canonbijdrage van de
onderwijseconomie komen tien inzichten aan bod die de onderwijseconomie heeft opgeleverd voor de inrichting van het onderwijs. Met deze tien vensters passeren ook de grote namen die hieraan hebben bijgedragen de revue. Ondanks dat er de laatste tijd veel kritiek is doet het Nederlandse onderwijs het goed in internationaal perspectief. De tien vensters laten zien wat mogelijk de verklaringen zijn van dit Nederlandse succes, maar ook hoe het wellicht nog beter zou kunnen.

In het artikel komen de volgende elementen aan bod:

  • Onderwijs is een investering
  • Alles is endogeen: onderzoek dat geen rekening houdt met zelfselectie levert weinig inzicht
  • Hoe vroeger de investering, hoe hoger de baten
  • De opbrengsten van onderwijs komen niet alleen door de cognitieve vaardigheden
  • Leraren zijn zeer bepalend voor de kwaliteit van onderwijs
  • Keuzevrijheid van ouder kan kwaliteit verbeteren
  • Klassenverkleining is duur en heeft weinig effect
  • Grote effecten van computers in het onderwijs zijn nog niet gevonden
  • Prikkels kunnen prestaties verhogen, maar ook tot fraude leiden
  • Examens spelen een belangrijke rol bij de kwaliteit van onderwijs

In het artikel komt telkens slechts 1 of een beperkt aantal bronnen per thema aan bod en dat is jammer. Voor elk element is er namelijk heel veel onderzoek voorhanden, en bijvoorbeeld bij het laatste punt zijn de resultaten minder eenduidig. Anderzijds zijn sommige van de elementen misschien minder leuk te lezen (kleine klassen en effectiviteit), maar daarom niet minder duidelijk in onderzoek.

Je kan het artikel hier lezen.

Een rondleiding door de nieuwe toepassingen van Apple voor het onderwijs (video’s)

Gisteren stelde Apple 3 vernieuwingen door specifiek gericht op het onderwijs. Zelf ben ik nog niet zeker of dit wel de grote omwenteling betekent die veel mensen er zien. De kostprijs is relatief gezien nog hoog en je zal er al de papieren handboeken nog niet mee vervangen.

iBooks Author App

De vernieuwde iTunes U

iBooks 2:

Rapport van Itinera over mogelijke besparingen in het onderwijs (oa minder zittenblijven)

Zonet werd een rapport gepubliceerd van de denktank Itinera over mogelijke besparingen in het onderwijs. Je kan het hier downloaden.

De auteur, Carl Van Keirsbilck, ziet 3 grote pijlers:

  • Zittenblijven ontmoedigen
  • Versnellen waar nodig (jaren overslaan)
  • Minder lesmomenten (in de tekst instructiemomenten genoemd) in het secundair onderwijs

De eerste twee punten moet ik zeker bijtreden. Het effect van zittenblijven is bewezen negatief en is dus zelden de beste keuze. Een shift waarbij we sterke leerlingen eerder de kans geven om voorop te lopen is inderdaad effectiever blijkt uit verschillende onderzoeken.

Het is wel zo dat er inderdaad dan genoeg middelen moeten aangewend worden om leerlingen met moeilijkheden bij te staan. Dit lijkt me dan net te conflicteren met de derde pijler die in het rapport wordt voorgesteld. Het rapport brengt enkele goede argumenten aan dat in Vlaanderen de instructietijd in vergelijking met buurlanden te hoog zou zijn en dat dit niet noodzakelijk zich vertaald in betere prestaties. Het argument dat zo het lerarentekort een stuk kan verminderen is volgens mij  echter niet geïnspireerd door een drang naar kwaliteit.

De link die gelegd wordt met een te hoge druk op jongeren en zelfmoord is relevant, maar aan de andere kant gaat men hier wel een stuk te kort door de bocht omdat de cijfers van zelfmoord in de andere toplanden van de PISA-resultaten met minder lesuren ook zeer hoog zijn. Bij dit laatste argument wordt de vergelijking met de andere landen naar mijn mening te versmald en worden te veel contextgegevens ongemoeid gelaten, zoals bijvoorbeeld het aandeel lesbegeleiding buiten de officiële lesmomenten.

Als je de broodnodige extra begeleiding wil invoeren die bij zittenblijven en versnellen horen, zal hier voor ook ruimte in het lessenrooster moeten worden ingepast of zal dit moeten gebeuren na de uren zodat het aantal contactmomenten voor bepaalde leerlingen in de praktijk mogelijks zelfs nog stijgt.

Sommige onderwijsdenkers, niet in dit rapport weliswaar, verwijzen graag naar de goede score van Singapore in de PISA-vergelijking, maar eerlijk gezegd dit is voor mij absoluut niet het onderwijs waar we naar toe moeten. Hier is een hele business ontstaan van buitenschoolse (dure) privé-begeleiding om jongeren te helpen toch maar te slagen in een onderwijs dat qua aanpak vaker lijkt op wat wij in de jaren vijftig deden.

Ik denk dat we de komende maanden en jaren nog veel dergelijke discussies zullen moeten voeren, elke input hierin is welkom!