Via Best Evidence in Brief ontdekte ik een nieuwe review van de hand van Dietrichson en collega’s waarbij 71 onderzoeken bekeken werden die specifiek gingen over programma’s en aanpakken om jongeren in het secundair onderwijs die problemen hebben met taal en/of wiskunde bij te spijkeren.
Wat opvalt aan de review zijn niet zozeer de resultaten, maar de volgens mij terechte verzuchtingen van de onderzoekers. Zo blijkt dat slechts 35% van de onderzoeken stil staat bij enige vorm van hoe alles geimplementeerd werd of kan worden. Verder tonen de meeste onderzoeken vooral een positief effect op korte termijn, maar zijn de resultaten op langere termijn niet zo eenduidig. Niet omdat die effecten er niet zouden zijn, maar gewoon omdat er te weinig naar gekeken wordt. Een ander lacune in onderzoek is dat het meeste onderzoek in de VS gebeurt (59 van de 71 studies) en onderzoek uit niet Engelstalige landen te vaak ontbreekt (in deze review slechts 5). De onderzoekers verzuchten ten slotte dat veel onderzoeken de review niet haalden omdat de kwaliteit van het onderzoek vaak te laag is.
Wat leren we zoal uit de resultaten? Dat verschillende aanpakken wel degelijk de achterstand tav anderen kan verkleinen, maar ook:
- Les geven aan een klein groepje leerlingen werkt een pak beter dan computergebaseerde instructie, dan het bijhouden van vooruitgang of het zuiver coachen van leerlingen.
- Systemen met beloningen werken niet.
- Rekeninterventies werken gemiddeld beter – of correcter hebben gemiddeld meer effect – dan programma’s die zich richten op lezen of woordenschat.
De onderzoekers waarschuwen ten slotte ook voor misbruik van hun onderzoek:
…the results do not provide a strong basis for prioritising between earlier and later interventions. For that, estimates of the long‐run cost‐effectiveness of interventions would be needed.
mooi dat je deze hebt gevonden, heel waardevol
Pingback: Nieuwe review-studie bevestigt belang van peers en instructie in kleine groepen/tutoring om ongelijkheid tegen te gaan | X, Y of Einstein?