Er zijn nieuwe resultaten van peilingsproeven en ik deelde net wat commentaar met linken op Twitter. Maar omdat het speeltuintje van Elon Musk aan populariteit inboet, deel ik het hier ook nog even:
“Leerlingen slagen voor Nederlands, maar te weinig halen eindtermen wiskunde” kopt De Morgen. In het artikel staat ook een belangrijk maar niet verrassend inzicht:
Maar hoe werk je aan hoge verwachtingen? Gelukkig hebben de Nederlandse collega’s van het NRO(oneerbiedig zou ik hen het Nederlandse Leerpunt kunnen noemen 😉 ) hier al een goed uitgebreid antwoord op geformuleerd dat je hier kan bekijken:
Het andere punt, ervaring is een pijnlijk probleem. Iedereen moet natuurlijk starten en ervaring opbouwen. Maar… bij ons krijgen vaak de minst ervaren leraren de meest uitdagen groepen. Dit is geen reclame voor de job, noch komt het die leerlingen ten goed. Dit oplossen zou echt wel een effect kunnen hebben op veel manieren, zie ook dit recente rapport en presentatie van de OESO.
Misschien nog iets: ik had het erger verwacht. Dat taal relatief goed scoort is een opsteker voor iedereen in het onderwijs die de boodschap heeft opgepikt na PIRLS en PISA dat het dringend nodig was hier iets aan te doen.
Tegelijk, er zijn duidelijk nog meer dan genoeg werkpunten en aandachtspunten (en remember wat eindtermen, sorry minimumdoelen zijn). Maar vergeet dus ook niet de opsteker!
Dat leerlingen slagen voor Nederlands lijkt me ongeloofwaardig. Welke normen heeft men gesteld en hoe zijn die geëvalueerd? Ik wil niets liever dan dat het vooruit gaat maar wij , leerkrachten DKO, zien alsmaar achteruitgang op het vlak van taal. Uiterst slordig schrijven, slecht spellen , kleinere woordenschat, moeite om iets minimaals wat gedicteerd deftig op papier te krijgen , eenvoudige begrippen verstaan enz. Een groot vraagteken bij dit “positieve” resultaat!